Verklarende woordenlijst

Acroniem voor automatische documentinvoer. Invoerapparaat voor de scanner dat meerdere pagina's tegelijk invoert.

Uitbreiding of snelkoppeling die een taak uitvoert voor de gebruiker. Zie ook oplossing.

Hierin wordt het papier opgevangen dat uit de printer komt. Zie ook invoer; en invoerlade.

Klein, plat apparaatje dat wordt aangesloten op een systeemkaart of moederbord om de printerfunctionaliteit te verbeteren. Is mogelijk vooraf geïnstalleerd of kan eventueel afzonderlijk worden gekocht en geïnstalleerd.

Optie van de printer waarmee gebruikers een document van meerdere pagina's automatisch in één keer kunnen afdrukken voordat het volgende exemplaar van het document wordt afgedrukt.

Afdrukoptie waarmee een taak op de printer wordt opgeslagen tot de gebruiker zich aanmeldt en de taak vrijgeeft of verwijdert.

Grote, complexe printplaat die is gekoppeld aan de printkop en het bedieningspaneel van de printer om de functies van een printer te coördineren. Soms ook wel 'systeemkaart' of 'moederbord' genoemd.

Beeldverwerkingseenheid die de elektrostatische lading op een fotoconductortrommel omzet naar een afbeelding

Dubbelzijdig afgedrukt, gescand of gekopieerd.

Functie die het gebruik van energie, papier of speciaal afdrukmateriaal minimaliseert.

Acroniem voor Embedded Solutions Framework. Software waarmee Java gebaseerde toepassingen direct kunnen worden uitgevoerd op multifunctionele producten van Lexmark.

Acroniem voor Embedded Web Server. Ingebouwde software die dient als een bedieningspaneel om het apparaat vanuit elke webbrowser te configureren.

Mechanisme voor papierinvoer dat onafhankelijk is van de interne mechanismen voor papierinvoer van de printer. Voorbeelden: multifunctionele invoer, handmatige invoer, enveloplader. Zie ook invoerlade.

Optie die taken na het afdrukken uitvoert, zoals nieten, perforeren, vouwen of sorteren.

Geheugenstation dat wordt gebruikt voor draagbare gegevensopslag. Soms ook wel 'USB-station' of 'USB-stick' genoemd.

Type scanner die gebruikmaakt van een platte glasplaat voor het scannen van documenten.

Acroniem voor File Transfer Protocol. Systeem voor het overdragen van computerbestanden.

Het gedeelte van een laserprinter dat de toner op het papier smelt.

Schijf die kan worden gebruikt om een grote hoeveelheid informatie op te slaan.

Afdruktaak die is verzonden naar de printer, maar die pas wordt afgedrukt als de gebruiker een pincode invoert.

Printerfunctie die het energieverbruik terugbrengt tot minder dan één watt. Zie ook Slaapstand.

Bakje waarin perforatiesnippers worden verzameld.

beeldverwerkingseenheid of developer-eenheid Samen verkocht in een 'bak'.

Vervangbaar kleurspecifiek mechanisme met een fotoconductoreenheid, developer-eenheid, en toner.

Uniek adres dat wordt gebruikt om een apparaat te lokaliseren en identificeren via een netwerk.

Optie die extra uitvoercapaciteit en meerdere uitvoerbestemmingen biedt.

Een sleuf in de printer waarin gebruikers één vel papier tegelijk kunnen invoeren.

Acroniem voor multifunctioneel product. Eén apparaat dat voor verschillende functies kan worden gebruikt, waaronder afdrukken, scannen, faxen en kopiëren.

Afkorting voor monochroom. Wanneer er alleen zwart-wit en grijstinten worden gebruikt.

Acroniem voor multifunctionele invoer. Invoermechanisme waarmee meerdere vellen papier van niet-standaard formaat kunnen worden ingevoerd.

Afdrukbare pagina met informatie over alle geconfigureerde netwerkinstellingen en de draadloze instellingen op een printer.

Een softwareoptie van de printer waarmee gebruikers meerdere ('N') pagina's van een document op één vel papier kunnen afdrukken.

Acroniem voor optical character recognition. Automatische herkenning van afgedrukte tekens.

Antracietfilter ontworpen om de effecten van ozon te neutraliseren.

Digitale locatie waar content wordt afgedrukt. Zie ook vel en zijde.

Het ronddraaiende, geladen gedeelte van de fotoconductoreenheid dat toner oppakt.

Printeronderdeel waar door de laser op wordt geschreven, dat toner uit de developer-eenheid haalt en deze vervolgens aanbrengt op het papier. Bevat de fotoconductortrommel.

Verificatiemethode met een geheim verificatieproces dat eerder tussen twee partijen is gedeeld. Sleutels kunnen wachtwoorden, wachtzinnen of nummer- en letterreeksen zijn.

Verwijderbare houder met (1) inkt of toner en (2) beeldvormingscomponenten, zoals een fotoconductor of printkop. Zie ook tonercartridge.

Softwareroutine die een afdrukverzoek van een toepassing converteert naar de taal die de printer begrijpt.

Oplossing waarmee gebruikers afdruktaken vanaf werkstations of mobiele apparaten kunnen sturen en de documenten vervolgens kunnen ophalen of vrijgeven vanaf elk apparaat dat de toepassing Afdrukken vrijgeven heeft.

Een apparaat waarmee gebruikers afdruktaken kunnen beheren en bijhouden van verschillende printers en computers binnen een netwerk. Afdrukservers zijn intern of extern en bedraad of draadloos, zijn verkrijgbaar in verschillende modellen en maten, en lijken soms op netwerkadapters.

Printerfunctie waarmee het geluid dat bij een afdruktaak wordt geproduceerd aanzienlijk wordt verminderd door de afdrukengine op een lagere snelheid te laten werken.

Printerstatus waarmee gebruikers minimale functionaliteit kunnen blijven gebruiken, zelfs als er een apparaatfout is opgetreden.

Transparante glasplaat waar documenten worden geplaatst, terwijl sensoren de elementen van een document detecteren tijdens het scanproces.

Een vel papier; met name een vel geproduceerd om op af te drukken. Zie ook zijde en pagina.

Een zijde van een vel papier. Zie ook pagina.

Schuin of onder een hoek afgedrukte afbeelding.

Stroom besparende printerstatus waarin de gebruiker het apparaat volledig kan blijven gebruiken. Zie ook Sluimerstand.

Combinatie van software en/of hardware met professionele diensten geleverd door Lexmark of een partner om het aanbod af te stemmen op de specifieke behoeften van de klant. Zie ook toepassing; app.

Afdrukmaterialen anders dan normaal papier.

Verwijderbare houder met toner, een zwart of gekleurd poeder dat wordt gebruikt om een afbeelding te ontwikkelen op een stuk papier.

Beeldvormende eenheid met een brede band die een afbeelding uit de fotoconductortrommel overbrengt op papier.

Invoerapparaat dat afdrukpapier bevat. Zie ook uitvoerlade.

Printerfunctie waarbij invoerladen met papier van hetzelfde formaat en type als één papierbron werken.