| Voer het IP-adres of de hostnaam van de primaire SMTP-server in die wordt gebruikt voor het verzenden van e-mail. |
| Voer het poortnummer van de primaire SMTP-server in. |
| Voer het IP-adres of de hostnaam van de secundaire of back-up SMTP-server in. |
| Voer het serverpoortnummer van uw secundaire of back-SMTP-server in. |
Time-out SMTP - 5–30 seconden (30*)
| De tijd instellen waarna op de printer een time-out optreedt als de SMTP-server niet reageert. |
| Een antwoordadres opgeven in de e-mail. |
| Gebruik altijd het standaardantwoordadres in de SMTP-server. |
SSL/TLS gebruiken - Uitgeschakeld*
- Onderhandelen
- Vereist
| Opgeven of e-mails worden verzonden met een gecodeerde koppeling. |
| Een vertrouwd certificaat vereisen bij toegang tot de SMTP-server. |
Verificatie SMTP-server - Geen verificatie vereist*
- Aanmelden / Normaal
- NTLM
- CRAM‑MD5
- Digest‑MD5
- Kerberos 5
| Het verificatietype voor de SMTP-server instellen. |
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door het apparaat geïnitieerde e-mail. |
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
| De gebruikers-ID en het wachtwoord opgeven om verbinding te maken met de SMTP-server. |
|
| De realm opgeven voor het Kerberos 5-verificatieprotocol. |
| De domeinnaam voor het NTLM-beveiligingsprotocol opgeven. |
| De foutmelding "SMTP-server niet geconfigureerd" verbergen. |