Klik in de Print Management-webportal op Beheer > Organisatorische instellingen.
Voer in het gedeelte Algemeen een van de volgende handelingen uit:
- Pagina Afdrukclients inschakelen: met deze functie kunnen gebruikers naar de pagina Afdrukclients gaan. Zie De Lexmark Print Management Client downloaden voor meer informatie.
- Afdruktaken delegeren inschakelen: met deze functie kunt u afdruktaken delegeren aan andere gebruikers, zodat zij de taken voor u kunnen vrijgeven. Zie Deelnemers beheren voor meer informatie.
- E-mailmelding voor gemachtigde inschakelen: deze functie stuurt een e-mailbericht naar een gemachtigde als deze wordt toegevoegd of verwijderd. Als er een vervaldatum is ingesteld voor de specifieke gemachtigde, bevat de e-mail tevens de informatie over de vervaldatum en -tijd.
- Verzending van e-mails inschakelen: met deze functie kunt u documenten e-mailen naar Lexmark Cloud voor vrijgave. Zie Afdruktaken verzenden via e-mail voor meer informatie. Het e-mailadres wordt weergegeven naast de optie Verzending van e-mails inschakelen.
Opmerkingen:
- Het e-mailadres is gekoppeld aan de omgeving waarbij u bent aangemeld.
- Het e-mailadres wordt ook weergegeven als banner op de pagina Afdrukwachtrij.
- Typ in het veld Documenten e-mailen naar het volgende aangepaste adres een organisatiespecifieke gebruikersnaam.
- Het e-mailadres is <organisatiespecifieke usernaam>@print.lexmark.com.
- Wanneer verzenden van e-mails voor de eerste keer wordt ingeschakeld, kan het tot 24 uur duren voordat het e-mailadres beschikbaar is.
- Verzenden van e-mailberichtteksten inschakelen: met deze functie kunt u de e-mailtekst naar Lexmark Cloud verzenden voor vrijgave. Als u het verzenden van e-mailberichtteksten wilt inschakelen, moet u het verzenden van e-mails inschakelen.
Opmerking: Als Verzenden van e-mailberichtteksten inschakelen niet is geselecteerd, wordt alleen de e-mailbijlage afgedrukt.
- Verzenden van e-mails toestaan voor gasten: hiermee kunnen niet-geregistreerde gastgebruikers hun documenten e-mailen naar Cloud Print Management. Als u verzending van gastafdrukken wilt toestaan, moet u het verzenden van e-mails inschakelen. Zie De functie Gastafdruk configureren voor meer informatie.
- Gasten toewijzen aan kostenplaats of afdeling: met deze functie kunt u gasten toewijzen aan een specifieke kostenplaats of afdeling voor het toepassen van quota en rapportages. Selecteer in het menu Gasten toewijzen aan kostenplaats of afdeling een van de volgende opties:
- Niet toewijzen: gebruik deze optie als u geen gast toewijst aan een kostenplaats of afdeling.
- Kostenplaats: typ de naam van de kostenplaats in het veld Naam kostenplaats.
- Afdeling: typ de naam van de afdeling in het veld Naam afdeling.
- Wijzigen van aantal exemplaren vóór vrijgave inschakelen: met deze functie kunt u het aantal exemplaren wijzigen voordat u een afdruktaak vrijgeeft. Zie Afdruktaken vrijgeven met de eSF-toepassing op de printer voor meer informatie.
- Voor deze functie zijn de volgende versies van de eSF-toepassing Print Release vereist:
- Voor e-Task v5 of hoger: 5.10.x of hoger
- Voor e-Task v4 of lager: 2.6.x of hoger
- Afdrukken en bewaren inschakelen: hiermee kunt u een afdruktaak in de afdrukwachtrij houden nadat deze is vrijgegeven.
- Voor deze functie zijn de volgende versies van de eSF-toepassing Print Release vereist:
- Voor e-Task v5 of hoger: 5.10.x of hoger
- Voor e-Task v4 of lager: 2.6.x of hoger
- Automatisch afdruk vrijgeven inschakelen: hiermee kunt u afdruktaken automatisch vrijgeven nadat u zich hebt aangemeld bij een printer. Zie Taken afdrukken met automatisch afdruk vrijgeven voor meer informatie.
- Bestandsnamen van afdruktaak bewaren voor rapportage: laat u de bestandsnaam van een afdruktaak opslaan voor organisatorische rapportage.
- De oudste afdruktaken als eerste vermelden en automatisch vrijgeven: hiermee kunt u de afdruktaken weergeven en vrijgeven in volgorde van oud naar nieuw.
Werk de eSF-toepassingen bij naar de volgende versie om deze functie te gebruiken:
- Voor eSF versie 5 of hoger:
- Cloud Authentication versie 5.6.30
- Print Release versie 5.10.19
- Device Usage versie 2.4.19
- Voor eSF versie 4 of lager:
- Cloud Authentication versie 2.6.23
- Print Release versie 2.6.24
- Device Usage versie 2.4.19
- Afdrukquota inschakelen: hiermee kunt u afdrukquota instellen. U kunt de standaardquota voor de organisatie definiëren of een aangepast quotum instellen.
Selecteer een van de volgende opties:
- Kostenplaats of persoonlijk: hiermee kunt u quota's definiëren en deze vervolgens toewijzen aan kostenplaatsen of individuele gebruikers.
- Afdeling of persoonlijk: hiermee kunt u quota's definiëren en deze vervolgens toewijzen aan afdelingen of individuele gebruikers.
- Alleen persoonlijk: hiermee kunt u quota's definiëren en deze vervolgens toewijzen aan individuele gebruikers.
Opmerkingen:
- Afdrukbeleid inschakelen: hiermee kunt u afdrukbeleid maken en toewijzen aan de gebruikers en groepen in uw organisatie.
Selecteer een van de volgende opties:
- Kostenplaats of persoonlijk: hiermee kunt u een beleid maken en dit vervolgens toewijzen aan kostenplaatsen of individuele gebruikers.
- Afdeling of persoonlijk: hiermee kunt u een beleid maken en dit vervolgens toewijzen aan afdelingen of individuele gebruikers.
- Alleen persoonlijk: hiermee kunt u een beleid maken en dit vervolgens toewijzen aan individuele gebruikers.
Opmerking: Zie Afdrukbeleid maken en toewijzen voor meer informatie over het maken en toewijzen van afdrukbeleid.
- Direct Print inschakelen: laat u de functie Direct Print inschakelen voor afdelingen, kostenplaatsen en users. Met deze functie kunt u taken bijhouden die naar netwerkprinters worden verzonden en zijn aangemeld voor Cloud Fleet Management.
Selecteer een van de volgende opties:
- Kostenplaats of persoonlijk: hiermee kunt u een toewijzing maken en deze vervolgens koppelen aan kostenplaatsen of individuele users.
- Afdeling of persoonlijk: hiermee kunt u een toewijzing maken en deze vervolgens koppelen aan afdelingen of individuele users.
Opmerking: Voor meer informatie over het maken van het pakket voor rechtstreeks afdrukken zie Direct Print gebruiken.
Geef in het gedeelte Behoud van afdruktaken de tijdsduur op voordat vrijgegeven en niet-vrijgegeven taken worden verwijderd.
Opmerking: U kunt de duur configureren voor Afdruktaak bewaren door het aantal dagen of uren te specificeren.
Geef in het gedeelte Afdruktaakgeschiedenis de periode voor de afdruktaakgeschiedenis op.
Opmerkingen:
- U kunt de duur configureren voor Geschiedenis afdruktaak door het aantal dagen of uren te specificeren.
- U kunt de afdruktaakgeschiedenis bekijken op het tabblad Afdruktaakgeschiedenis. Zie De afdruktaakgeschiedenis weergeven voor meer informatie.
- Deze instelling bepaalt het datumbereik bij het genereren van de geschiedenis van verzonden afdruktaken. De opgegeven periode heeft geen relatie met de Analytics-web portal.
Selecteer de functie Universal Print inschakelen. Voordat u Universal Print-integratie bij Cloud Print Management inschakelt, moet u ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het besturingssysteem is Windows 10 versie 1903 or hoger.
- De organisatie is federatief met op Azure Active Directory geregistreerde users. Zie Een verificatieprovider configureren voor meer informatie.
- De clientcomputer moet geconfigureerd zijn en verbonden met de Azure Active Directory-tenant
Ga als volgt te werk in het gedeelte Universal Print-integratie:
U moet MUP instellen buiten de feitelijke federatie die is ingesteld met Lexmark Cloud Services en ervoor zorgen dat de Azure-tenant een geldig MUP-abonnement heeft.
- De user die de virtuele printer vanuit de Cloud Print Management-portal instelt moet in Azure de rol Printer Administrator hebben.
- Het instellen van cloud Print Management en MUP-integratie omvat aanvullende activiteiten die verder gaan dan de virtuele printerinstellingen. U moet de Azure-tenantgegevens ophalen zodat deze kunnen worden toegewezen aan een organisatie-ID van Lexmark Cloud Services. Ga naar https://learn.microsoft.com/voor meer informatie over de vereiste rechten voor de user.
- Voor de Lexmark Universal Print Cloud Print Management-toepassing moeten de volgende beheerdersrechten zijn toegekend:
- User.Read,Organization.Read.All
- PrintJob.ReadBasic / PrintJob.Read / PrintJob.ReadBasic.All
Klik op Wijzigingen opslaan.
Opmerkingen:
- Nadat Universal Print is ingeschakeld en als Azure-beheerdersrechten beschikbaar zijn, wordt er een gedeelde printer gemaakt in de MUP-tenant van de Azure Active Directory. Als Azure-beheerdersrechten beschikbaar zijn, slaat u de wijzigingen op en selecteert u een beheerdersaccount.
- De Printernaam en Printersharenaam worden automatisch gemaakt in de MUP-tenant van de Azure Active Directory. Het registratieproces van de printer duurt enkele minuten.
- In Analytics wordt het verzendtype vermeld als Microsoft Universal Print.
Selecteer een beheerdersaccount om de MUP-tenant van de Azure Active Directory voor de virtuele printer te registreren.
Opmerking: Nadat u de wijzigingen hebt aangebracht op de pagina Organisatorische instellingen van Lexmark Cloud Services, moet de Azure-beheerder de nieuwe beschikbare virtuele printer delen met gebruikers. Zie Organisatorische instellingen configureren voor meer informatie.