Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Lokale Agents.
Selecteer een of meer lokale agents.
Klik op Edit Settings (Instellingen bewerken).
Opmerking: Als een van de geselecteerde lokale agents niet communiceert, verschijnt een waarschuwing. Klik op Continue (Doorgaan) om de instellingen alleen voor de communicerende agents toe te passen.
Selecteer in het menu Logniveau de optie Samenvatting of Gedetailleerd.
Stel in het menu Polling interval (Polling-interval) het interval in waarmee de lokale agent gegevens naar de cloudserver verzendt.
Opmerking: Als u meerdere lokale agents selecteert, zijn de standaardwaarden voor de logniveau-waarde Detailed (Gedetailleerd) en de polling-intervalwaarde 180.
Klik op Wijzigingen opslaan.
Opmerkingen:
- Er wordt een taak gemaakt in de taakvoorraad. De Lokale Agent moet verbonden zijn met de cloudserver om deze taak te voltooien.
- Als een van de lokale agents niet communiceert, wordt de taak met fouten voltooid. De configuratie-instellingen zijn alleen van toepassing op de communicerende agents.