Controle inschakelen - Uit*
- Aan
| Gebeurtenissen registreren in het beveiligde controlelog en het externe systeemlog. |
| Controlelogs verzenden naar een externe server. |
| Geef de externe systeemlogserver op. |
Externe systeemlogpoort - 1-65535 (514*)
| Geef de externe systeemlogpoort op. |
| Een systeemlogmethode opgeven voor het overdragen van geregistreerde gebeurtenissen naar een externe server. |
| Een faciliteitscode opgeven die de printer gebruikt bij het verzenden van loggebeurtenissen naar een externe server. |
| Geef de grens van het prioriteitsniveau op voor het registreren van berichten en gebeurtenissen. |
| Alle gebeurtenissen verzenden naar de externe server, ongeacht urgentieniveau. |
| E-mailmelding over geregistreerde gebeurtenissen naar de beheerder verzenden. |
| E-mailmelding naar de beheerder verzenden wanneer een logitem wordt verwijderd. |
| E-mailmelding naar de beheerder verzenden wanneer het log vol raakt en begint met het overschrijven van de oudste items. |
Gedrag bij log vol - Oudste items vervangen*
- Log e-mailen en alle items verwijderen
| Opslagproblemen met log oplossen wanneer het log het toegewezen geheugen heeft gebruikt. |
| E-mailmelding naar de beheerder verzenden wanneer een log het toegewezen geheugen gebruikt. |
Meldingsniveau % vol - 1-99 (90*)
|
| E-mailmelding naar de beheerder verzenden wanneer een log wordt geëxporteerd. |
| E-mailmelding naar de beheerder verzenden wanneer Controle inschakelen is geactiveerd. |
Regeleinden log - LF (\n)*
- CR (\r)
- CRLF (\r\n)
| Opgeven hoe elke regel in een log wordt beëindigd. |
| Een digitale handtekening toevoegen aan elk geëxporteerd log. |
| Alle controlelogs verwijderen. |
Log exporteren - Syslog (RFC 5424)
- Syslog (RFC 3164)
- CSV
| Een beveiligingslog exporteren naar een flashstation. |