2.01 | Benodigdheden vereist. | Druk op Taak annuleren en bestel de benodigde voorraad. Zie Onderdelen en supplies bestellen voor meer informatie. |
3.01 | De standaarduitvoerlade is vol. | Verwijder het papier uit de lade en raak vervolgens Doorgaan aan. |
3.21, 3.22, 3.23, 3.24 | Verwijder papier achter lade [x]. | Verwijder de aangegeven lade. Verwijder vastgelopen papier uit het gebied. Plaats de lade.
|
7.13, 7.23, 7.33,7.43, 7.53 | Plaats invoerlade [x]. | Voer een van de volgende handelingen uit: - Plaats de aangegeven lade.
- Annuleer de huidige afdruktaak.
|
8.01 | Sluit de voorklep. | Houd de voorklep gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert. |
8.02, 8.03, 8.04, 8.05 | Sluit klep [x] | Houd de aangegeven klep gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert. |
8.06 | Bevestig lade 5. | Schuif de lade naar links en schuif hem dan weer op zijn plaats. |
8.07 | Sluit papiertransportklep F. | Houd de papiertransportklep F gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert. |
8.08 | Sluit de voorklep van de nietfinisher. | Houd de voorklep van de finisher gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert. |
8.09 | Sluit de bovenklep van de finisher met niet- en perforeerfunctie. | Houd de bovenklep van de finisher gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert. |
9.00 | De printer moest opnieuw worden opgestart. De laatste taak is mogelijk niet voltooid. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. |
11.11, 11.21, 11.31, 11.41, 11.51 | Vul [source] met [type] [size]. | Plaats papier in de aangegeven lade. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. |
11.12, 11.22, 11.32, 11.42, 11.52 | Vul [source] met [type] [size] [orientation]. |
11.81, 11.91 | Vul de multifunctionele invoer met [type] [size]. | Plaats papier in de multifunctionele invoer. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie. |
11.82, 11.92 | Vul de multifunctionele invoer met [type] [size] [orientation]. |
12.11, 12.21, 12.31, 12.41, 12.51 | Wijzig [source] in [type] [size]. | Trek de aangegeven lade eruit, verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. |
12.12, 12.22, 12.32, 12.42, 12.52 | Wijzig [source] in [type] [size] [orientation]. |
12.91 | Wijzig de mulitfunctionele invoer in [type] [size]. | Verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie. |
12.92 | Wijzig de mulitfunctionele invoer in [type] [size] [orientation]. |
31.00 | Plaats perforatiebak. | Open de papiertransportklep F. Verwijder de perforatiebak. Plaats de perforatiebak.
|
31.35 | Plaats de ontbrekende of niet-reagerende toneroverloopfles terug. | Open de voorklep. Verwijder de toneroverloopfles. Opmerking: Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop. Plaats de toneroverloopfles. Sluit de voorklep.
|
31.40, 31.41, 31.42, 31.43 | Plaats ontbrekende of niet-reagerende cartridge [kleur] terug. | Open de voorklep. Verwijder de cartridge. Plaats de cartridge. Sluit de voorklep.
|
31.60, 31.61, 31.62, 31.63 | Installeer ontbrekende of niet-reagerende [color] fotoconductor opnieuw. | Open de voorklep. Ontgrendel en verwijder dan de overdrachtseenheid voor de toneroverloop. Opmerking: Plaats de eenheid rechtop om te voorkomen dat u toner knoeit. Ontgrendel en verwijder dan de fotoconductoreenheid. Plaats de fotoconductoreenheid en vergrendel deze vervolgens. Plaats de overdrachtseenheid voor de toneroverloop en vergrendel deze vervolgens. Sluit de voorklep.
|
32.40, 31.41, 31.42, 31.43 | Vervang niet-ondersteunde cartridge <kleur>. | Raadpleeg Een tonercartridge vervangen. |
32.60, 32.61, 32.62, 32.63 | Vervang niet-ondersteunde [kleur] fotoconductor | Raadpleeg Een fotoconductoreenheid vervangen. |
34.00 | Papier te kort | Stel de instelling voor papierformaat in zodat het overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Raak in het beginscherm het volgende aan: Instellingen > Papier > Lade > Configuratie > Papierformaat/-soort. |
34.10, 34.20, 34.30, 34.40, 34.50 | Controleer [source], pas geleiders en afdrukstand aan. | Trek de aangegeven lade uit en controleer dan of het papier correct is geplaatst. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. |
34.90 | Controleer multifunctionele invoer, pas geleiders en afdrukstand aan. | Controleer of het papier op de juiste wijze is geplaatst. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie. |
37.10 | Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren. | Voer een van de volgende handelingen uit: - Raak Doorgaan aan om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren.
- Annuleer de huidige afdruktaak.
|
37.30 | Onvoldoende geheugen, sommige onderbroken taken zijn verwijderd. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. |
38.10 | Geheugen vol. | Probeer een of meer van de oplossingen: - Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
- Annuleer de huidige afdruktaak.
- Installeer meer printergeheugen.
- Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.
|
39.10 | Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt. | Probeer een of meer van de oplossingen: - Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
- Annuleer de huidige afdruktaak.
- Installeer meer printergeheugen.
- Verminder de complexiteit en de grootte van de afdruktaak voordat u deze opnieuw naar de printer stuurt.
- Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.
- Verminder het aantal en de grootte van gedownloade lettertypen.
- Verwijder onnodige lettertypen of macro's uit de afdruktaak.
- Verminder het aantal afbeeldingen van de afdruktaak.
|
51 | Flash beschadigd | Probeer een of meer van de oplossingen: - Vervang het flashgeheugen.
- Tik vanuit beginscherm op Doorgaan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
- Annuleer de huidige afdruktaak.
|
52 | Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen. | Probeer een of meer van de oplossingen: |
55.1 | Fout bij lezen van USB-station. USB verwijderen | Verwijder het flashstation om door te gaan. |
55.2 | Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub. | Verwijder de USB-hub om door te gaan. |
55.3 | Losmaken en modus wijzigen |
61 | Verwijder defecte schijf | Vervang het defecte opslagstation. |
62 | Schijf vol. | Probeer een of meer van de oplossingen: - Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
- Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens op de vaste schijf.
- Een vaste schijf installeren. Zie Vaste schijf van printer installeren voor meer informatie.
|
63 | Formatteer de vaste schijf. | Als u nu formatteert, worden alle gegevens van het opslagstation gewist. Ga als volgt te werk om de schijf te formatteren: Raak Instellingen aan > Apparaat > Onderhoud > Oud apparaat wissen. Tik op het vak Alle informatie op de vaste schijf opschonen en tik vervolgens op WISSEN.
|
71.01 | Naam faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. | Raadpleeg De faxfunctie instellen met analoge fax. |
71.02 | Nummer faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. |
71.03 | Geen analoge telefoonlijn aangesloten op de modem, fax is uitgeschakeld. | Controleer de verbinding en de lijn op een signaal. Zie De faxfunctie instellen met analoge fax voor meer informatie. |
71.06 | Kan geen verbinding maken met HTTPS-faxserver. | Verbinding met HTTPS-faxserver is verbroken. Controleer de internetverbinding van de printer. |
71.07 | Printer is niet geregistreerd bij HTTPS-faxserver | Controleer of de printer is toegevoegd aan de apparaatlijst in de HTTPS-faxserverportal. Raadpleeg de systeembeheerder. |
71.11 | Faxpartitie. | De faxpartitie werkt niet. Raadpleeg de systeembeheerder. |
71.12 | Geheugen vol: kan geen faxen afdrukken. | Kies Alles afdrukken om zoveel faxen af te drukken als zijn opgeslagen. |
71.13 | Geheugen vol. Kan geen faxen verzenden. | Voer een van de volgende handelingen uit: - Ga verder en probeer de fax opnieuw te verzenden.
- Scan het originele document één pagina per keer, kies het faxnummer en fax vervolgens het document.
|
71.40 | Printertijd is onjuist. | De printertijd configureren. Raak in het beginscherm het volgende aan: Instellingen > Apparaat > Voorkeuren > Datum en tijd > Configureren. |
72.01 | SMTP-server voor e-mail is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. | Voer een van de volgende handelingen uit: |
72.02 | Webkoppelingsserver is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. | Raadpleeg uw systeembeheerder. |
72.04 | Faxserver Naar Formaat niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. | Voer een van de volgende handelingen uit: - Raak Instellingen aan > Faxen > Instellingen faxserver > Algemene faxinstellingen.
- Configureer de instelling Naar formaat.
- Raadpleeg uw systeembeheerder.
|
80.21 | Onderhoudskit bijna versleten | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
80.31 | Vervang onderhoudskit. | Raadpleeg De rolkit van de lade vervangen. |
81.31 | Vervang de rolkit; aanbevolen levensduur overschreden. |
82.22 | Toneroverloopfles bijna vol. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
82.42 | Vervang toneroverloopfles. | Raadpleeg Overloopfles vervangen. |
83.20 | Nietjes bijna op of ontbreken | Voer een van de volgende handelingen uit: |
83.30 | Nietjes op of verkeerd ingevoerd |
84.01 | [Kleur] fotoconductor raakt op. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
84.11 | [Kleur] fotoconductoreenheid bijna leeg. |
84.21 | [Kleur] fotoconductoreenheid leeg. |
84.31 | Vervang de [kleur] fotoconductoreenheid, de aanbevolen levensduur is overschreden. | Raadpleeg Een fotoconductoreenheid vervangen. |
86.23 | Scanneronderhoud spoedig vereist. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
86.33 | Vervang de ADI-kit, aanbevolen levensduur overschreden. | Raadpleeg De ADF-rolkit vervangen. |
87.20 | Perforatiebak bijna vol. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
87.30 | Leeg de perforatiebak. | Open de papiertransportklep F. Verwijder de perforatiebak en leeg deze vervolgens. Plaats de perforatiebak. Sluit de klep.
|
88.00[x] | [Kleur] Cartridge raakt op. | Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. |
88.10[x] | Cartridge [kleur] bijna leeg. |
88.20[x] | Cartridge [kleur] leeg. |
88.30[x], 88.40[x] | [Kleur] cartridge vervangen | Raadpleeg Een tonercartridge vervangen. |
200.03, 240.06 | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer. |
200.16[x], 241.16a | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier vast in de standaardlade. |
200.26[x], 200.36[x], 200.46[x], 200.56a, 202.95[x], 242.26, 242.33, 242.43, 243.33, 243.36, 243,43, 244,43, 244,46 | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier is vastgelopen in optionele laden. |
200.56a, 245.53[x], 245,56 | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier vastgelopen in de lade voor 2000 vel. |
200.95, 201.96, 202.93, 202.94, 221.93, 232.93, 240.25, 240.35, 240.55 | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier vast in klep A. |
280.06 | Plaats originelen terug in ADF en start taak opnieuw | Probeer een van de volgende opties: - Verwijder het papier en plaats het terug in de ADF.
- Scannen vanaf de glasplaat.
- Taak voltooien zonder de resterende pagina's te scannen.
- Annuleer de taak.
|
280.11, 280.13, 280.15, 280.91, 280.93, 280.95, 281.11, 281.15, 281.16, 281.91, 281.95, 281.96, 282.11, 282.13, 282.15, 282.91, 282.93, 282.95, 283.11, 283.13, 283.15, 283.91, 283.93, 283.95, 284.11, 284.13, 284.15, 284.91, 284.93, 284.95, 288.10, 288.90, 295.01, 680.10 | Scannerstoring. | Raadpleeg Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer. |
280.13Q, 280.15Q, 295.01Q, 680.20Q | Vervang vastgelopen originelen. | Probeer een van de volgende opties: - Verwijder het papier en plaats het terug in de ADF.
- Scannen vanaf de glasplaat.
- Taak voltooien zonder de resterende pagina's te scannen.
- Annuleer de taak.
|
280.13K, 280.15K, 680.20K, 680.40K, 295.01K, | Plaats originelen en start opnieuw. | Probeer een van de volgende opties: - Verwijder het papier en plaats het terug in de ADF.
- Scannen vanaf de glasplaat.
- Annuleer de taak.
|
400.13, 400.13b, 420.13b, 420.15b, 420.54c, 450.23b, 450.91b, 451.33b, 454.23b, 454.25b, 457.25b | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Vastgelopen papier in de finisher met niet- en perforeerfunctie. |
420.11a, 420.13a, 420.15a, 420.15b, 420.54a, 420.54b, 425.13a | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Papier vastgelopen in de nietfinisher. |
420.15b, 450.33, 450.91a, 451.33a, 451.33b, 451.35, 454.33, 454.35, 454.36, 454.37, 457.35a, 457.35b, 490.33, 491.33, 491.35, 550.23, 551.23, 552.23, 553.23, 553.25, 555.23, 556.23 | Papierstoring [storing bovenkant]. | Raadpleeg Vastgelopen papier in de finisher met vouwfunctie/Z-vouw. |
457.35b | Papierstoring [storing bovenkant]. | Voer een van de volgende handelingen uit: |