Open klep A.
Verwijder de tonercartridge.
Verwijder de gebruikte beeldverwerkingseenheid.
Haal de nieuwe beeldverwerkingseenheid uit de verpakking en schud deze drie keer om de toner te verdelen.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
Plaats de nieuwe beeldverwerkingseenheid.
Opmerking: Gebruik de pijlen in de printer als richtlijn.
Plaats de tonercartridge.
Opmerking: Gebruik de pijlen in de printer als richtlijn.
Sluit klep A.