| Het aantal pogingen opgeven dat de printer opnieuw moet kiezen voordat het verzenden van de fax naar een opgegeven bestemming wordt geannuleerd. |
| De tijd tussen opnieuw kiezen verlengen om de kans op succesvolle faxverzending te verhogen. |
| De modus Foutcorrectie (ECM) voor faxtaken inschakelen. Opmerking: ECM detecteert en corrigeert fouten tijdens faxverzending die worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn en een zwak signaal. |
Faxscans inschakelen - Aan*
- Uit
| Faxen maken met de printerscanner. |
Faxen vanuit de driver - Aan*
- Uit
| Toestaan dat faxen worden verzonden via het printerstuurprogramma. |
| Sla faxnummers op als snelkoppeling op de printer. |
Max. snelheid - 33600*
- 14400
- 9600
- 4800
- 2400
| De maximale snelheid voor het verzenden van faxen instellen. |
| Schakel het scannen van aangepaste taken standaard in. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf of een intelligent opslagstation (ISD) is geïnstalleerd. |
| Een voorbeeld weergeven van de scan op het display. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf of een ISD is geïnstalleerd. |
| Items in de gescande afbeelding enigszins corrigeren. |
| Kleurenscans voor faxen inschakelen. |
| Alle uitgaande kleurenfaxen converteren naar zwart-witfaxen. |
Faxnummer bevestigen - Uit*
- Aan
| De gebruiker vragen om het faxnummer te bevestigen. |
| Een kiesvoorvoegsel instellen. |
| Een regel voor het kiesvoorvoegsel instellen. |