Skip to Content Information Center
Lexmark CX310

Lexmark CX310

Naar een computer scannen

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Scanprofiel > Scanprofiel maken.

  3. Selecteer de scaninstellingen en klik op Volgende.

  4. Selecteer een locatie op uw computer waarin u het gescande uitvoerbestand wilt opslaan.

  5. Typ een scannaam.

    De scannaam is de naam die wordt weergegeven in de lijst Scanprofiel op de display.

  6. Klik op Verzenden.

  7. Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scanprofiel.

    Wanneer u op Verzenden klikt, wordt er automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen. Als u klaar bent om uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken.

    1. Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

      Opmerkingen:

      • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
      • Het ADI-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst.
    2. Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.

    3. Druk op het bedieningspaneel van de printer op # en typ het snelkoppelingsnummer met het toetsenblok, of druk op de pijl-omhoog of pijl-omlaag om naar Wachttaken te bladeren en druk op de pijl-omhoog of pijl-omlaag om naar Profielen te bladeren.

      Nadat u het snelkoppelingsnummer hebt ingevoerd, wordt het document gescand en naar de opgegeven map of het programma verzonden. Als u Profielen hebt geselecteerd op het bedieningspaneel van de printer, zoekt u het snelkoppelingsnummer op in de lijst.

  8. Bekijk het bestand op de computer.

    Het uitvoerbestand wordt opgeslagen op de locatie die u hebt opgegeven of wordt geopend in het programma dat u hebt ingesteld.

Was dit artikel nuttig?
Top