De Lexmark Print Management Client downloaden

Klik in de Print Management-webportal op Afdrukclients.

Selecteer in het menu Selecteer client een besturingssysteem.

Voor Chrome OS-, iOS- en Android-besturingssystemen selecteert u de link die wordt weergegeven en klikt u op Site verlaten.

Voor Windows-, macOS- en Ubuntu-besturingssystemen voert u een van de volgende handelingen uit:

• Voor pakkettype Cloud Print Management:


1. Selecteer in het menu Selecteer pakkettype de optie Cloud Print Management.



2. Klik op Client downloaden.

• Voor het pakkettype Hybrid Print Management:


1. Selecteer in het menu Selecteer pakkettype de optie Hybride Print Management.



2. Klik op Client downloaden.

• Voor het pakkettype Aangepast:


1. Selecteer in het menu Selecteer pakkettype de optie Aangepast pakket.



2. Klik op Pakket maken.



3. In het gedeelte Algemene configuratie-instellingen geeft u de volgende opties op:

   • Of de statusmelding voor het indienen van de afdruk getoond moet worden
   • Of ongebruikte clientmappen na een specifiek aantal dagen verwijderd moeten worden


4. Als u een Lexmark Cloud Print Management-omgeving hebt, doet u het volgende:

   

   1. Selecteer in het gedeelte Cloud Print ManagementCloud Print Management inschakelen.

   

   2. Selecteer in het gedeelte Naam afdrukwachtrijStandaardnaam gebruiken [Cloud Print Management] of Aangepaste naam instellen.

      Opmerkingen:

      • Voor een aangepaste afdruknaam typt u de naam van de afdrukwachtrij in het veld Set custom name (Aangepaste naam instellen). De naam van de afdrukwachtrij moet uit ten minste 3 tekens bestaan en mag geen speciale tekens bevatten.
      • Met de optie Aangepaste naam instellen kunt u de afdrukwachtrij een naam geven voor gebruikers.
      • Voor de optie Aangepaste naam instellen is het gebruik van de LPMC-versies van Windows 2.3.942.0 of hoger​ of macOS versie 1.1.1396 of hoger vereist​.


5. Als u een Lexmark Hybride Print Management-omgeving hebt, doet u het volgende:

   

   1. Selecteer in het gedeelte Hybrid Print ManagementHybrid Print Management inschakelen.

   

   2. Selecteer in het gedeelte Naam afdrukwachtrijStandaardnaam gebruiken [Hybride Print Management] of Aangepaste naam instellen.

      Opmerkingen:

      • Voor een aangepaste afdruknaam typt u de naam van de afdrukwachtrij in het veld Set custom name (Aangepaste naam instellen). De naam van de afdrukwachtrij moet uit ten minste 3 tekens bestaan en mag geen speciale tekens bevatten.
      • Met de optie Aangepaste naam instellen kunt u de afdrukwachtrij een naam geven voor gebruikers.
      • Voor de optie Aangepaste naam instellen is het gebruik van de LPMC-versies van Windows 2.3.942.0 of hoger,​of macOS versie 1.1.1396 of hoger vereist.
   

   3. Geef de volgende opties op:

      • Wanneer u niet-afgedrukte en afgedrukte taken wilt verwijderen
      • Of u gebruikers wilt toestaan de afdrukinstellingen te wijzigen bij het vrijgeven van taken op de printer


6. In het gedeelte Printerstuurprogramma selecteert u een printerdriver die u wilt opnemen in het pakket.



7. In het gedeelte Standaardprinter instellen selecteert u welke omgeving u standaard wilt gebruiken.



8. Klik op Maak aan.



9. Download het pakket.