Skip to Content Information Center
Lexmark CX331

Lexmark CX331

Faxconfiguratie

Algemene faxinstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Faxnaam

Uw faxapparaat identificeren.

    Faxnummer

Uw faxnummer identificeren.

    Fax-id

  • Faxnaam
  • Faxnummer*

Uw faxnaam of faxnummer doorgeven aan uw faxontvangers.

    Geheugengebruik

  • Alles ontvangen
  • Meestal ontvangen
  • Gelijk*
  • Voornamelijk verzonden
  • Alles verzenden

De hoeveelheid intern geheugen van de printer instellen dat is toegewezen voor faxen.

Opmerking:  Met deze menuoptie voorkomt u geheugenbufferproblemen en mislukte faxpogingen.

    Faxen annuleren

  • Toestaan*
  • Niet toestaan

Uitgaande faxen annuleren voordat ze worden verzonden of inkomende faxen annuleren voordat ze volledig zijn afgedrukt.

    Faxnummer verbergen

  • Uit*
  • Van links
  • Van rechts

De indeling voor het maskeren van een uitgaand faxnummer opgeven.

    Te verbergen cijfers

  • 0-58 (0*)

Opgeven hoeveel cijfers worden verborgen bij een nummer voor een uitgaande fax.

    Detectie lijn verbonden inschakelen

  • Aan*
  • Uit

Bepalen of een telefoonlijn verbonden is met de printer.

Opmerking:  Detectie vindt alleen plaats wanneer u de printer inschakelt en vóór iedere oproep.

    Faxcompatibiliteit optimaliseren

De faxfunctie van de printer configureren voor optimale compatibiliteit met andere faxapparaten.

    Faxtransport

  • T.38
  • Analoog
  • G.711
  • etherFAX

De verzendmethode voor faxen instellen.

Opmerkingen:

  • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een licentiebundel voor etherFAX of Fax via IP (FoIP) op de printer is geïnstalleerd.
  • De standaard fabrieksinstellingen is afhankelijk van uw printermodel.

HTTPS-faxinstellingen

Opmerking:  Dit menu wordt alleen weergegeven als Faxtransport is ingesteld op etherFAX.

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    HTTPS-service-URL

Geef de URL van de etherFAX-service op.

    HTTPS-proxy

Geef een URL voor de proxyserver op.

    HTTPS-proxygebruiker

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de proxyserver op.

    HTTPS-proxywachtwoord

    Codering faxverzending

  • Uitgeschakeld
  • Ingeschakeld*
  • Vereist

Codering inschakelen voor uitgaande faxberichten.

    Codering faxontvangst

  • Uitgeschakeld
  • Ingeschakeld*
  • Vereist

Codering inschakelen voor inkomende faxberichten.

    HTTPS-faxstatus

Toon de etherFAX-communicatiestatus.

Faxverzendinstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Resolutie

  • Standaard*
  • Fijn
  • Zeer fijn
  • Ultrafijn

De resolutie van de gescande afbeelding instellen.

Opmerking:  Met een hogere resolutie is de verzendtijd van faxen langer en is er meer geheugen nodig.

    Origineel

  • [Lijst met papierformaten] (Gecombineerde formaten*)

Het formaat van het originele document opgeven.

    Afdrukstand

  • Staand*
  • Liggend

Het formaat van het originele document opgeven.

Opmerking:  Dit menu-item verschijnt alleen op sommige printermodellen.

    Zijden

  • Uit*
  • Korte zijde
  • Lange zijde

De afdrukstand van het originele document bij het scannen van beide zijden van het document.

Opmerking:  Dit menu-item verschijnt alleen op sommige printermodellen.

    inhoudstype

  • Tekst*
  • Tekst/foto
  • Foto
  • Illustraties

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de inhoud van het originele document.

    Intensiteit

  • 1-9 (5*)

De gescande afbeelding lichter of donkerder maken.

    Achter een PABX

  • Aan
  • Uit*

De printer zodanig instellen dat deze een faxnummer kiest zonder te wachten tot de kiestoon is herkend.

Opmerking:  Private Automated Branch Exchange (PABX) is een telefoonnetwerk waarmee één toegangsnummer meerdere lijnen naar externe bellers biedt.

    Kiesmodus

  • Toon*
  • Puls

De kiesmodus voor inkomende en uitgaande faxen opgeven.

Geavanceerde beeldverwerking
MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Kleurbalans

  • Cyaan - Rood
    • -4 tot 4 (0*)
  • Magenta - Groen
    • -4 tot 4 (0*)
  • Geel - Blauw
    • -4 tot 4 (0*)

De kleurintensiteit aanpassen tijdens het scannen.

    Contrast

  • Beste instelling voor inhoud*
  • 0
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Het contrast van de uitvoer instellen.

    Achtergrond verwijderen

  • Niveau
    • ‑4 tot 4 (0*)

Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding.

    Scannen van rand tot rand

  • Aan
  • Uit*

Rand‑tot‑rand scannen instellen van het oorspronkelijke document.

Beheercontrole
MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Automatisch opnieuw kiezen

  • 0-9 (5*)

Het aantal keren opnieuw kiezen aanpassen op basis van de activiteiten van ontvangende faxapparaten.

    Aantal keren opnieuw kiezen

  • 1–200 minuten (3*)

De tijd tussen opnieuw kiezen verlengen om de kans op succesvolle faxverzending te verhogen.

    ECM inschakelen

  • Aan*
  • Uit

De modus Foutcorrectie (ECM) voor faxtaken inschakelen.

Opmerking:  ECM detecteert en corrigeert fouten tijdens faxverzending die worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn en een zwak signaal.

    Faxscans inschakelen

  • Aan*
  • Uit

Documenten faxen die zijn gescand met de printer.

    Faxen vanuit de driver

  • Aan*
  • Uit

Toestaan dat faxen worden verzonden via het printerstuurprogramma.

    Opslaan als snelkoppeling toestaan

  • Aan*
  • Uit

Sla faxnummers op als snelkoppeling op de printer.

    Max. snelheid

  • 33600*
  • 14400
  • 9600
  • 4800
  • 2400

De maximale snelheid voor het verzenden van faxen instellen.

    Kleurenfaxscans inschakelen

  • Standaard uitgeschakeld*
  • Standaard ingeschakeld
  • Nooit gebruiken
  • Altijd gebruiken

Kleurenscans voor faxen inschakelen.

    Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen

  • Aan*
  • Uit

Alle uitgaande kleurenfaxen converteren naar zwart-witfaxen.

    Faxnummer bevestigen

  • Uit*
  • Aan

De gebruiker vragen om het faxnummer te bevestigen.

    Kiesvoorvoegsel

Een kiesvoorvoegsel instellen.

Faxontvangstinstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Aantal belsignalen

  • 1-25 (3*)

Het aantal belsignalen voor een inkomende fax instellen.

    Autom. verkleinen

  • Aan*
  • Uit

Schaalt inkomende faxen om ze passend te maken voor de pagina.

    Papierbron

  • Lade [X]
  • Auto*

Hiermee geeft u de papierbron voor het afdrukken van inkomende faxen op.

    Zijden

  • Aan
  • Uit*

Druk op beide zijden van het papier af.

    Scheidingsvellen

  • Geen*
  • Voor taak
  • Na taak

Opgeven of er tijdens het afdrukken lege scheidingsvellen moeten worden ingevoegd.

    Bron scheidingsblad

  • Lade [X] (1*)

De papierbron voor het scheidingsvel opgeven.

    Voettekst fax

  • Aan
  • Uit*

De transmissie-informatie onder aan elke pagina van een ontvangen fax afdrukken.

    Tijdstempel faxvoettekst

  • Ontvangen*
  • Afdrukken

Tijdstempel onder aan elke pagina van een ontvangen fax afdrukken.

Beheercontrole
MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Faxen ontvangen inschakelen

  • Aan*
  • Uit

Instellen dat de printer faxtaken kan ontvangen.

    Kleurenfaxen ontvangen inschakelen

  • Aan*
  • Uit

Instellen dat de printer kleurenfaxen kan ontvangen.

    Nummerweergave inschakelen

  • Aan
  • Uit*

Het nummer tonen waarvan de inkomende fax afkomstig is.

    Fax zonder naam blokkeren

  • Aan
  • Uit*

Inkomende faxen blokkeren die verzonden zijn vanaf een apparaat zonder station-ID of fax-ID.

    Beantwoorden aan

  • Alle belsignalen*
  • Alleen één belsignaal
  • Alleen twee belsignalen
  • Alleen drie belsignalen
  • Alleen één of twee belsignalen
  • Alleen één of drie belsignalen
  • Alleen twee of drie belsignalen

Een speciaal belsignaal instellen voor inkomende faxen.

    Automatisch beantwoorden

  • Aan*
  • Uit

Instellen dat de printer automatisch faxen kan ontvangen.

    Fax doorsturen

  • Afdrukken*
  • Afdrukken en doorsturen
  • Doorsturen

Opgeven of een ontvangen fax moet worden doorgestuurd.

    Doorsturen naar

  • Bestemming 1
  • Bestemming 2

Opgeven waarnaar een ontvangen fax moet worden doorgestuurd.

Opmerking:  Dit menu-item wordt alleen weergegeven als Fax doorsturen is ingesteld op Afdrukken en doorsturen of Doorsturen.

    Max. snelheid

  • 33600*
  • 14400
  • 9600
  • 4800
  • 2400

De maximale snelheid voor het verzenden van faxen instellen.

Faxloginstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Frequentie transmissielogbestand

  • Altijd*
  • Nooit
  • Alleen bij fout

Opgeven hoe vaak de printer een transmissielogboek maakt.

    Actie transmissielogboek

  • Afdrukken
    • Uit
    • Aan*
  • E-mail
    • Uit*
    • Aan

Een log van succesvolle of mislukte faxverzendingen afdrukken of e-mailen.

    Foutlog ontvangen faxen

  • Nooit afdrukken*
  • Afdrukken bij fouten

Een log afdrukken van fouten bij het ontvangen van faxen.

    Automatisch logs afdrukken

  • Aan*
  • Uit

Alle faxactiviteiten afdrukken.

    Papierbron logs

  • Lade [x] (1*)

De papierbron opgeven voor het afdrukken van logs.

    Weergave logs

  • Naam externe fax*
  • Gekozen nummer

De afzender identificeren aan de hand van de externe faxnaam of het externe faxnummer.

    Opdrachtlog inschakelen

  • Aan*
  • Uit

Een overzicht van alle faxtaken weergeven.

    Kieslog inschakelen

  • Aan*
  • Uit

De geschiedenis van gekozen faxnummers weergeven.

Luidsprekerinstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Luidsprekermodus

  • Altijd uit*
  • Altijd aan
  • Aan tot verbinding

De faxluidsprekermodus instellen.

    Luidsprekervolume

  • Laag*
  • Hoog

Het faxluidsprekervolume aanpassen.

    Beltoonvolume

  • Uit*
  • Aan

Het beltoonvolume inschakelen.

Was dit artikel nuttig?
Top