Skip to Content Information Center
Lexmark CX331

Lexmark CX331

Instellingen faxserver

Algemene faxinstellingen

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Volgens indeling

Een faxontvanger opgeven.

Opmerking:  Als u het faxnummer wilt gebruiken, typt u een hekje (#) vóór een nummer.

    Antwoordadres

Een antwoordadres opgeven voor het verzenden van een fax.

    Onderwerp

Een onderwerp en de berichttekst van de fax opgeven.

    Bericht

    Analoge ontvangst inschakelen

  • Uit*
  • Aan

De printer instellen voor het ontvangen van analoge faxen.

E-mailinstellingen faxserver

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    SMTP-server voor e-mail gebruiken

  • Aan*
  • Uit

Gebruik de SMTP-instellingen (Simple Mail Transfer Protocol) voor e-mail bij het ontvangen en verzenden van faxen.

Opmerking:  Als de instelling Aan is, worden alle andere instellingen van het menu E-mailinstellingen faxserver niet weergegeven.

    Primaire SMTP-gateway

Voer het IP-adres of de hostnaam van de primaire SMTP-server in.

    Primaire SMTP-gatewaypoort

  • 1–65535 (25*)

Voer het poortnummer van de primaire SMTP-server in.

    Secundaire SMTP-gateway

Voer het IP-adres of de hostnaam van de secundaire of back-up SMTP-server in.

    Secundaire SMTP-gatewaypoort

  • 1–65535 (25*)

Voer het serverpoortnummer van uw secundaire of back-SMTP-server in.

    Time-out SMTP

  • 5-30 (30*)

De tijd instellen waarna op de printer een time-out optreedt als de SMTP-server niet reageert.

    Antwoordadres

Een antwoordadres opgeven voor het verzenden van een fax.

    SSL/TLS gebruiken

  • Uitgeschakeld*
  • Onderhandelen
  • Vereist

Opgeven of faxen worden verzonden met een gecodeerde koppeling.

    Vertrouwd certificaat vereist

  • Uit
  • Aan*

Een vertrouwd certificaat opgeven bij toegang tot de SMTP-server.

    Verificatie SMTP-server

  • Geen verificatie vereist*
  • Aanmelden / Normaal
  • NTLM
  • CRAM‑MD5
  • Digest‑MD5
  • Kerberos 5

Het verificatietype voor de SMTP-server instellen.

    Door het apparaat geïnitieerde e-mail

  • Geen*
  • SMTP-referenties voor apparaat gebruiken

Opgeven of referenties zijn vereist voor door het apparaat geïnitieerde e-mail.

    Door de gebruiker geïnitieerde e-mail

  • Geen*
  • SMTP-referenties voor apparaat gebruiken
  • Gebruikers-id/wachtw. sessie gebr.
  • E-mailadres en wachtwoord voor sessie gebruiken
  • Gebruiker vragen

Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail.

    Active Directory Device gebruiken

  • Uit*
  • Aan

Inschakelen dat gebruikersgegevens en groepsbestemmingen verbinding maken met de SMTP-server.

    Gebruikersnaam apparaat

De gebruikers-ID en het wachtwoord opgeven om verbinding te maken met de SMTP-server.

    Wachtwoord voor apparaat

    Kerberos 5-realm

De realm opgeven voor het Kerberos 5-verificatieprotocol.

    NTLM-domein

De domeinnaam voor het NTLM-beveiligingsprotocol opgeven.

    Schakel de foutmelding "SMTP-server is niet ingesteld" uit

  • Uit*
  • Aan

De foutmelding "SMTP-server niet geconfigureerd" verbergen.

Scaninstellingen faxserver

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Beeldformaat

  • TIFF (.tif)
  • PDF (.pdf)*
  • JPEG (.jpg)

De bestandsindeling van de gescande afbeelding opgeven.

    inhoudstype

  • Tekst*
  • Tekst/foto
  • Foto
  • Illustraties

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de inhoud van het originele document.

    Inhoudsbron

  • Zwart-witlaser
  • Kleurenlaser*
  • Inkjet
  • Foto/film
  • Tijdschrift
  • Krant
  • Drukwerk
  • Anders

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de bron van het originele document.

    Faxresolutie

  • Standaard*
  • Fijn
  • Zeer fijn
  • Ultrafijn

De faxresolutie instellen.

    Zijden

  • Uit*
  • Korte zijde
  • Lange zijde

De afdrukstand van het originele document bij het scannen van beide zijden van het document.

    Intensiteit

  • 1-9 (5*)

De intensiteit van de uitvoer instellen.

    Afdrukstand

  • Staand*
  • Liggend

De afdrukstand instellen van tekst en afbeeldingen op de pagina.

    Origineel

  • [Lijst met papierformaten]

Het papierformaat van het originele document opgeven.

Opmerkingen:

  • Gemengde formaten is de Amerikaanse standaardinstelling. A4 is de internationale standaardinstelling.
  • De instelling kan variëren afhankelijk van het printermodel.

    Multipage TIFF gebruiken

  • Uit
  • Aan*

Kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's.

Was dit artikel nuttig?
Top