Skip to Content Information Center
Lexmark CX730

Lexmark CX730

Printerfoutcodes

FoutcodesFoutberichtOplossing

8.01

Sluit alle kleppen.

Sluit alle kleppen en plaats vervolgens de toneroverloopfles.

8.03

Sluit klep C.

Houd alle kleppen gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert.

9.00

De printer moest opnieuw opstarten. De laatste taak is mogelijk niet voltooid.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

11.11, 11.21, 11.31, 11.41, 11.51

Vullen <source/> met <type/> <size/>.

Open de aangegeven lade en plaats vervolgens papier. Zie Laden vullen voor meer informatie.

11.12, 11.22, 11.32, 11.42, 11.52

Vullen <source/> met <type/> <size/> <orientation/>.

Open de aangegeven lade en plaats vervolgens papier. Zie Laden vullen voor meer informatie.

11.91

Vul multifunctionele invoer met <type/> <size/>.

Open de mulitfunctionele invoer en plaats vervolgens papier. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

11.92

Vul multifunctionele invoer met <type/> <size/> <orientation/>.

Open de mulitfunctionele invoer en plaats vervolgens papier. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

12.11, 12.21, 12.31, 12.41, 12.51

Wijzigen <source/> naar <type/> <size/>.

Open de aangegeven lade, verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie Laden vullen voor meer informatie.

12.12, 12.22, 12.32, 12.42, 12.52

Wijzigen <source/> naar <type/> <size/> <orientation/>.

Open de aangegeven lade, verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie Laden vullen voor meer informatie.

12.91

Wijzig de mulitfunctionele invoer naar <type/> <size/>.

Verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

12.92

Wijzig de mulitfunctionele invoer naar <type/> <size/> <orientation/>.

Verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

29.08

Herinnering: Verwijder de verpakking.

  1. Open klep A en verwijder het verpakkingsmateriaal in de printer.

  2. Trek elk van de drie rode klemmen eruit, te beginnen linksboven, linksonder en eindigend aan de rechterkant.

  3. Sluit klep A.

  4. Open klep B.

  5. Trek de rode lus aan de rechterkant recht naar buiten.

  6. Sluit klep B.

31.30

Probleem met overdrachtsmodule. Printer opnieuw starten.

  1. Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.

  2. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

31.35

Plaats de ontbrekende of niet-reagerende toneroverloopfles terug.

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  3. Plaats de toneroverloopfles.

  4. Sluit klep B.

31.40, 31.41, 31.42, 31.43

Plaats ontbrekende of niet-reagerende cartridge [kleur] terug.

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de cartridge.

  3. Plaats de cartridge.

  4. Sluit klep B.

31.60

Plaats de ontbrekende of niet-reagerende zwarte beeldverwerkingseenheid terug.

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  3. Verwijder de tonercartridges.

  4. Koppel de kabel van de beeldverwerkingskit los.

  5. Verwijder de beeldverwerkingskit.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat de beeldverwerkingskit bekrast raakt of de fotoconductortrommel beschadigd raakt, plaatst u de beeldverwerkingskit omhoog.

  6. Verwijder de zwarte beeldverwerkingseenheid.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  De fotoconductoreenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Raak de glanzende fotoconductortrommel onder de beeldverwerkingseenheid niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.

  7. Plaats de zwarte beeldverwerkingseenheid.

  8. Plaats de beeldverwerkingskit.

  9. Sluit de kabel van de beeldverwerkingskit aan.

  10. Plaats de tonercartridges.

  11. Plaats de toneroverloopfles.

  12. Sluit klep B.

31.64

Plaats ontbrekende, niet-aangesloten of niet-reagerende kleurenbeeldverwerkingskit terug.

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  3. Verwijder de cartridges.

  4. Koppel de kabel van de beeldverwerkingskit los.

  5. Verwijder de beeldverwerkingskit.

  6. Plaats de beeldverwerkingskit.

  7. Sluit de kabel van de beeldverwerkingskit aan.

  8. Plaats de cartridges.

  9. Plaats de toneroverloopfles.

  10. Sluit klep B.

31.80

Plaats ontbrekend of niet-reagerend verhittingsstation terug.

  1. Open klep A, gevolgd door klep A1.

    LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.

  2. Verwijder het verhittingsstation.

  3. Plaats het verhittingsstation.

  4. Sluit klep A1 en sluit vervolgens klep A.

32.40, 32.41, 32.42, 32.43

Vervang niet-ondersteunde cartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

32.60

Vervang niet-ondersteunde zwarte beeldverwerkingseenheid.

Zie De zwarte beeldverwerkingseenheid vervangen voor meer informatie.

32.64

Vervang niet-ondersteunde kleurenbeeldverwerkingskit.

Zie De kleurenbeeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

32.xy

Vervang niet-ondersteund fuser.

  1. Open klep A, gevolgd door klep A1.

    LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.

  2. Zoek het type fuser aan de onderkant van de fuser.

    Opmerkingen:

    • Alle printermodellen behalve Lexmark CX737 ondersteunen de fuser types 00, 01 en 02.
    • Lexmark CX737 ondersteunt alleen fuser type 05.
  3. Als de fuser niet wordt ondersteund, verwijdert u de fuser en installeert u een ondersteunde fuser. Zie Verhittingsstation vervangen voor meer informatie.

33.40, 33.41, 33.42, 33.43

Cartridge [kleur] van een ander merk dan Lexmark, raadpleeg de Gebruikershandleiding.

Zie Supply van een ander merk dan Lexmark voor meer informatie.

33.60

Zwarte beeldverwerkingseenheid van een ander merk dan Lexmark, raadpleeg de Gebruikershandleiding.

Zie Supply van een ander merk dan Lexmark voor meer informatie.

33.64

Kleurenbeeldverwerkingskit van een ander merk dan Lexmark, zie Gebruikershandleiding.

Zie Supply van een ander merk dan Lexmark voor meer informatie.

37.1

Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.

37.3

Onvoldoende geheugen, sommige onderbroken taken zijn verwijderd.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

39.1

Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.
  • Installeer meer printergeheugen.
  • Verminder de complexiteit en de grootte van de afdruktaak voordat u deze opnieuw naar de printer stuurt.
    • Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.
    • Verminder het aantal en de grootte van gedownloade lettertypen.
    • Verwijder onnodige lettertypen of macro's uit de afdruktaak.
    • Verminder het aantal afbeeldingen van de afdruktaak.

42.xy

Vervang cartridge [kleur], regiocode van cartridge komt niet overeen met code printer.

Zie Vervang cartridge, printerregio onjuist voor meer informatie.

43.40, 43.41, 43.42, 43.43

Vervang defecte cartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

43.40, 43.41, 43.42, 43.43

Probleem met cartridge [kleur].

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de cartridge.

  3. Plaats de cartridge.

  4. Sluit klep B.

Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de cartridge.

55.1

Fout bij lezen van USB-station. Verwijder USB.

Verwijder het flashstation om door te gaan.

55.2

Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub.

Verwijder de USB-hub om door te gaan.

58

Te veel laden aangesloten.

  1. Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.

  2. Verwijder een of meer laden.

  3. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

  4. LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

59

Incompatibele lade [x].

  1. Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.

  2. Verwijder de aangegeven lade.

  3. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

  4. LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

61

Schijf defect.

Vervang het defecte opslagstation.

62

Schijf vol.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
  • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van de vaste schijf van de printer.
  • Installeer een vaste schijf voor de printer.

63

Formatteer de vaste schijf.

Als u nu formatteert, worden alle gegevens van het opslagstation gewist.

    Ga als volgt te werk om de schijf te formatteren:

  1. Tik in het startscherm op Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Oud apparaat wissen.

  2. Tik op het vak Alle informatie op de vaste schijf opschonen en tik vervolgens op WISSEN.

71.01

Naam faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Zie De faxfunctie instellen met analoge fax voor meer informatie.

71.02

Nummer faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

71.03

Geen analoge telefoonlijn aangesloten op de modem, fax is uitgeschakeld.

Controleer de verbinding en de lijn op een signaal. Zie Fax instellen met een vaste telefoonlijn voor meer informatie.

71.06

Kan geen verbinding maken met HTTPS-faxserver.

Verbinding met HTTPS-faxserver is verbroken. Controleer de internetverbinding van de printer.

71.12

Geheugen vol: kan geen faxen afdrukken.

Kies Alles afdrukken om zoveel faxen af te drukken als zijn opgeslagen.

71.13

Geheugen vol. Kan geen faxen verzenden.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Ga verder en probeer de fax opnieuw te verzenden.
  • Scan het originele document één pagina per keer, kies het faxnummer en scan vervolgens het document.

72.01

SMTP-server voor e-mail is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Voer een van de volgende handelingen uit:

80.01, 80.09

Onderhoudskit raakt op.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

80.11, 80.19

Onderhoudskit bijna leeg.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

80.21, 80.29

Onderhoudskit leeg.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

80.31

Vervang de onderhoudskit; aanbevolen levensduur overschreden.

Zie Een verhittingsstationonderhoudskit bestellen voor meer informatie.

82.00, 82.02, 82.09

Toneroverloopfles bijna vol.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

82.12, 82.13, 82.19, 82.20, 82.22, 82.23, 82.29

Toneroverloopfles bijna vol.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

82.30, 82.30, 82.33, 82.39, 82.40, 82.42, 82.49

Vervang toneroverloopfles.

Zie Overloopfles vervangen voor meer informatie.

84.01, 84.09

Zwarte beeldverwerkingseenheid of kleurenbeeldverwerkingskit raakt op.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

84.11, 84.13, 84.19

Zwarte beeldverwerkingseenheid of kleurenbeeldverwerkingskit bijna leeg.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

84.21, 84.23, 84.29

Zwarte beeldverwerkingseenheid of kleurenbeeldverwerkingskit leeg.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

84.31, 84.33, 84.41, 84.43, 84.48

Vervang de zwarte beeldverwerkingseenheid of kleurenbeeldverwerkingskit.

88.00, 88.08, 88.09

[Kleur] Cartridge raakt op.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

88.10, 88.18, 88.19

Cartridge [kleur] bijna leeg.

88.20, 88.28, 88.29

Cartridge [kleur] leeg.

88.30, 88.37, 88.38, 88.40, 88.47, 88.48

Vervang de cartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

200.23, 200.33, 200.43, 200.53, 232.23, 232.33, 232.43, 232.53, 240.23, 240.33, 240.43, 240.53, 242.33, 242.35, 242.43, 242.45, 242.53, 242.55, 243.43, 243.45, 243.53, 243.55, 244.53, 244.54, 244.55, 245.56, 662.23, 663.33, 664.43, 665.53

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in laden voor meer informatie.

200.03, 240.05, 240.06, 240.82, 240.83, 240.84, 647.82, 647.83, 647.84, 647.85, 648.82, 648.83, 648.84, 648.85, 649.82, 649.83, 649.84, 649.85, 650.82, 650.83, 650.84, 650.85, 660.81, 660.82, 660.83, 660.84, 660.85, 660.86

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer voor meer informatie.

230.03, 230.13, 230.23, 230.33, 230.43, 230.53

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in de standaardlade voor meer informatie.

280.11, 280.13, 280.15, 280.91, 280.93, 280.95, 281.11, 281.15, 281.16, 281.91, 281.95, 281.96, 284.11, 284.13, 284.15, 284.91, 284.93, 284.95, 288.10, 288.90, 295.01, 680.10, 680.20, 680.40

Scanner storing [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer voor meer informatie.

Was dit artikel nuttig?
Top