Skip to Content Information Center
Lexmark XC2335

Lexmark XC2335

Printerfoutcodes

FoutcodesFoutberichtOplossing

8.01

Sluit alle kleppen.

Houd alle kleppen gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert.

9.00

De printer moest opnieuw worden opgestart. De laatste taak is mogelijk niet voltooid.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

11,11, 11,21, 11,31, 11,41

Vul <source/> met <type/> <size/>.

Open de aangegeven lade en plaats vervolgens papier. Zie Laden vullen voor meer informatie.

11,12, 11,22, 11,32, 11,42

Vul <source/> met <type/> <size/> <orientation/>.

11,81

Vul <source/> met <type/> <size/>.

Pas de papiergeleiders aan en plaats vervolgens het papier. Zie papier in de handmatige invoer plaatsen voor meer informatie.

11,82

Vul <source/> met <type/> <size/> <orientation/>.

11.91

Vul de mulitfunctionele invoer met <type/> <size/>.

Open de mulitfunctionele invoer en plaats vervolgens papier. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

11.92

Vul de mulitfunctionele invoer met <type/> <size/> <orientation/>.

12,11

Wijzig <source/> in <type/> <size/>.

Open de aangegeven lade, verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie Laden vullen voor meer informatie.

12,12

Wijzig <source/> in <type/> <size/> <orientation/>.

12.91

Wijzig de mulitfunctionele invoer in <type/> <size/>.

Verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

12.92

Wijzig de mulitfunctionele invoer in <type/> <size/> <orientation/>.

29.08

Verwijder verpakkingsmateriaal.

  1. Open klep A.

  2. Verwijder het rode verpakkingsmateriaal achter de voorklep.

  3. Open klep B.

  4. Verwijder het verpakkingsmateriaal in de buurt van de tonercartridges.

  5. Sluit klep B en sluit vervolgens klep A.

31.35z

Installeer de ontbrekende of niet-reagerende toneroverloopfles opnieuw.

  1. Open klep A.

  2. Open klep B.

  3. Verwijder de rechterklep.

  4. Verwijder de toneroverloopfles.

  5. Lijn de toneroverloopfles uit en plaats deze.

  6. Lijn de rechterklep uit en bevestig deze.

  7. Sluit klep B en sluit vervolgens klep A.

31.40z, 31.41z, 31.42z, 31.43z

Installeer ontbrekende of niet-reagerende cartridge [kleur] opnieuw.

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de cartridge.

  3. Plaats de cartridge.

  4. Sluit klep B.

31.60z

Installeer de ontbrekende of niet-reagerende zwarte beeldverwerkingskit opnieuw.

  1. Open klep A.

  2. Open klep B.

  3. Verwijder alle tonercartridges.

  4. Verwijder de rechterklep.

  5. Verwijder de toneroverloopfles.

  6. Trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

  7. Plaats de beeldverwerkingskit tot deze stevig vastzit.

  8. Lijn de toneroverloopfles uit en plaats deze.

  9. Lijn de rechterklep uit en bevestig deze.

  10. Plaats de tonercartridges.

  11. Sluit klep B en sluit vervolgens klep A.

31.65z

Installeer ontbrekende, niet-aangesloten of niet-reagerende beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur opnieuw.

32.40z, 32.41z, 32.42z, 32.43z

Vervang niet-ondersteunde [kleur] cartridge.

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

32.65z

Vervang niet-ondersteunde beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur.

Zie Een beeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

33,40, 33,41, 33,42, 33,43

Cartridge [kleur] van een ander merk dan Lexmark, raadpleeg de Gebruikershandleiding.

Zie Supply van een ander merk dan Lexmark voor meer informatie.

33,65

Niet-Lexmark beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur, zie de Gebruikershandleiding.

37.1

Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.

37.3

Onvoldoende geheugen, sommige onderbroken taken zijn verwijderd.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

38.1

Geheugen vol.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Taak annuleren aan om het bericht te wissen.
  • Druk het document in verschillende delen af of stuur het naar een andere printer.
  • Installeer meer printergeheugen.

39.1

Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.
  • Installeer meer printergeheugen.
  • Verminder de complexiteit en de grootte van de afdruktaak voordat u deze opnieuw naar de printer stuurt.
    • Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.
    • Verminder het aantal en de grootte van gedownloade lettertypen.
    • Verwijder onnodige lettertypen of macro's uit de afdruktaak.
    • Verminder het aantal afbeeldingen van de afdruktaak.

42.yy

Vervang cartridge [kleur], regiocode van cartridge komt niet overeen met code printer.

Zie Vervang cartridge, printerregio onjuist voor meer informatie.

43.40y, 43.41y, 43.42y, 43.43y

Probleem met cartridge [kleur].

  1. Open klep B.

  2. Verwijder de tonercartridge.

  3. Plaats de tonercartridge.

  4. Sluit klep B.

Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de cartridge.

43.40z, 43.41z, 43.42z, 43.43z

Vervang defecte cartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

55.1

Fout bij lezen van USB-station. Verwijder USB.

Verwijder het flashstation om door te gaan.

55.2

Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub.

Verwijder de USB-hub om door te gaan.

58

Te veel laden aangesloten. Het maximumaantal laden is <x/>.

  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Verwijder een of meer laden.

  4. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

  5. LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

59

Incompatibele lade [x].

  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Verwijder de aangegeven lade.

  4. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

  5. LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

61

Verwijder defecte schijf.

Vervang het defecte opslagstation.

62

Schijf vol.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
  • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van het intelligente opslagstation.
  • Installeer een intelligent opslagstation.

63

Formatteer de vaste schijf.

Als u nu formatteert, worden alle gegevens van het opslagstation gewist.

    Ga als volgt te werk om de schijf te formatteren:

  1. Tik in het startscherm op Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Oud apparaat wissen.

  2. Tik op Alle gegevens op vaste schijf opschonen of Intelligent opslagstation (ISD) wissen en vervolgens op WISSEN.

71.01

Naam faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Zie De faxfunctie instellen met analoge fax voor meer informatie.

71.02

Nummer faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

71.03

Geen analoge telefoonlijn aangesloten op de modem, fax is uitgeschakeld.

Controleer de verbinding en de lijn op een signaal. Zie Fax instellen met een vaste telefoonlijn voor meer informatie.

71.06

Kan geen verbinding maken met HTTPS-faxserver.

Verbinding met HTTPS-faxserver is verbroken. Controleer de internetverbinding van de printer.

71.12

Geheugen vol: kan geen faxen afdrukken.

Kies Alles afdrukken om zoveel faxen af te drukken als zijn opgeslagen.

71.13

Geheugen vol. Kan geen faxen verzenden.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Ga verder en probeer de fax opnieuw te verzenden.
  • Scan het originele document één pagina per keer, kies het faxnummer en scan vervolgens het document.

71.4

Ongeldige printertijd.

Ga als volgt te werk om de juiste printertijd in te stellen:

  1. Ga vanuit het startscherm naar Instellingen > Apparaat > Voorkeuren.

  2. Tik op Datum en tijd aan en stel de juiste tijd in.

72.01

SMTP-server voor e-mail is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Voer een van de volgende handelingen uit:

80,11

Onderhoudskit bijna leeg.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

80,21

Onderhoudskit leeg.

84.01, 84.09

Beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur raakt op.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

84.11, 84.19

Beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur bijna leeg.

84.21, 84.23, 84.29

Beeldverwerkingskit zwart-wit en kleur leeg.

84.31, 84.33

Vervang de beeldverwerkingseenheid van [kleur]; aanbevolen levensduur overschreden.

Zie Een beeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

84.41, 84.43, 84.48

Vervang de [kleur] beeldverwerkingskit om door te gaan met afdrukken.

88.00, 88.08, 88.09

Cartridge [kleur] raakt op.

Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.

88.10, 88.18, 88.19

Cartridge [kleur] bijna leeg.

88.20, 88.28, 88.29

Cartridge [kleur] leeg.

88.30, 88.37, 88.38

Vervang [kleur] cartridge, circa <num/> pagina's resterend.

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

[kleur] cartridge vervangen

88.40, 88.47, 88.48

Vervang de [kleur] cartridge, er resteren 0 pagina's.

200.02, 200.03, 200.05, 200.06, 200.12, 200.13, 200.15, 200.16, 200.22, 200.23, 200.25, 200.32, 200.33, 200.35, 200.43, 200.45, 200.91, 200.99, 202.03, 202.04, 202.05, 202.13, 202.14, 202.15, 202.23, 202.24, 202.25, 202.33, 202.34, 202.35, 202.43, 202.44, 202.45, 202.91, 232.02, 232.03, 232.05, 232.12, 232.13, 232.15, 232.22, 232.23, 232.25, 232.32, 232.33, 232.35, 232.42, 232.43, 232.45, 232.92, 232.93, 232.95, 241.91

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vast in klep A voor meer informatie.

241.05, 241.82, 241.83, 241.84, 241.91, 242.05, 242.06, 242.21, 242.22, 242.25, 242.26, 242.31, 242.32, 242.33, 242.35, 242.36, 242.43, 242.45, 242.70, 242.72, 242.91, 242.92, 242.93, 242.95, 243.31, 243.32, 243.35, 243.36, 243.41, 243.42, 243.43, 243.45, 243.70, 243.71, 243.72, 243.73, 243.74, 243.75, 243.76, 243.80, 243.81, 243.82, 243.83, 243.84, 243.85, 243.86, 243.91, 243.92, 243.93, 243.95, 243.96, 243.97, 244.45, 244.46, 244.70, 244.71, 244.72, 244.73, 244.74, 244.75, 244.76, 244.80, 244.81, 244.82, 244.83, 244.84 244.85, 244.86, 244.91, 244.92, 244.93, 244.95, 244.96, 244.97

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in laden voor meer informatie.

242,05

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer voor meer informatie.

251.xx

Papierstoring, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papierstoring in handinvoer voor meer informatie.

200.16, 241.8y

Fout bij laden van papier, [storing bovenkant]. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in laden voor meer informatie.

280.11, 280.13, 280.15, 280.91, 280.93, 280.95, 284.11, 284.13, 284.15, 284.91, 284.93, 284.95, 295.01, 680.10, 680.20, 680.40

Scannerstoring. [xxx.yy]

Zie Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer voor meer informatie.

Was dit artikel nuttig?
Top