Primaire SMTP-gateway | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Voer het IP-adres of de hostnaam van de primaire SMTP-server in die wordt gebruikt voor het verzenden van e-mail. |
Primaire SMTP-gatewaypoort | 1–65535(25*) | Voer het poortnummer van de primaire SMTP-server in. |
Secundaire SMTP-gateway | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Voer het IP-adres of de hostnaam van de secundaire of back-up SMTP-server in. |
Primaire SMTP-gatewaypoort | 1–65535 (25*) | Voer het serverpoortnummer van uw secundaire of back-SMTP-server in. |
SMTP-time-out | 5–30 seconden (30*) | De tijd instellen waarna op de printer een time-out optreedt als de SMTP-server niet reageert. |
Antwoordadres | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Een antwoordadres opgeven in de e-mail. |
Gebruik altijd het standaard SMTP-antwoordadres | Aan Uit* | Gebruik altijd het standaardantwoordadres in de SMTP-server. |
SSL/TLS gebruiken | Uitgeschakeld* Onderhandelen Vereist | Opgeven of een e-mail wordt verzonden met een gecodeerde koppeling. |
Vertrouwd certificaat vereist | Uit Aan* | Een vertrouwd certificaat vereisen bij toegang tot de SMTP-server. |
Verificatie SMTP-server | Geen verificatie vereist* Aanmelden / Normaal NTLM CRAM‑MD5 Digest‑MD5 Kerberos 5 | Het verificatietype voor de SMTP-server instellen. |
Door het apparaat geïnitieerde e-mail | Geen* Geen* SMTP-referenties voor apparaat gebruiken | Opgeven of referenties zijn vereist voor door het apparaat geïnitieerde e-mail. |
Door de gebruiker geïnitieerde e-mail | Geen* SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Gebruikersnaam en wachtwoord voor de sessie gebruiken E-mailadres en wachtwoord voor de sessie gebruiken Gebruiker vragen | Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
Active Directory Device gebruiken | Uit* Aan | Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
Gebruikersnaam apparaat | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | De gebruikers-ID en het wachtwoord opgeven om verbinding te maken met de SMTP-server. |
Wachtwoord voor apparaat | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. |
Kerberos 5-realm | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | De realm opgeven voor het Kerberos 5-verificatieprotocol. |
NTLM-domein | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | De domeinnaam voor het NTLM-beveiligingsprotocol opgeven. |
Schakel de foutmelding "SMTP-server is niet ingesteld" uit | Uit* Aan | De foutmelding "SMTP-server niet geconfigureerd" verbergen. |