![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
- Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
- Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Klik op Snelkoppelingen en selecteer een snelkoppeling.
Opmerking: Als u meerdere typen snelkoppelingen hebt, selecteert u Netwerkmap.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Typ in het veld Pad voor delen het pad van de netwerkmap. Bijvoorbeeld, \\server_hostnaam\mapnaam\pad.
Opmerking: Gebruik altijd de forward slash ("/") bij het typen van het pad naar de map.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Selecteer een verificatiemethode in het menu Verificatietype.
Opmerking: Als Verificatie is ingesteld op "Toegewezen gebruikersnaam en wachtwoord gebruiken", typt u uw referenties in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Klik op Opslaan.