Taakadministratie | Uit* Aan | De printer zodanig instellen dat deze een log maakt voor de ontvangen afdruktaken. |
Frequentie administratielogbestand | Dagelijks Wekelijks Maandelijks* | Opgeven hoe vaak de printer een log maakt. |
Actie logbestand bij einde van frequentie | Geen* Huidig logbestand e-mailen Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen | Instellen hoe de printer reageert aan het einde van de opgegeven frequentie. Opmerking: De waarde die is opgeven bij Frequentie administratielogbestand is bepalend voor het moment waarop deze actie wordt uitgevoerd. |
Logboek bijna vol | Aan* (5 MB) Uit | Opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de printer de handeling Actielog bij bijna vol uitvoert. Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als een opslagstation is geïnstalleerd. |
Logboekactie bij bijna vol | Geen* Huidig logbestand e-mailen Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen Oudste logbestand e-mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen Oudste logbestand plaatsen en verwijderen Huidig logbestand verwijderen Oudste logbestand verwijderen Alles verwijderen behalve huidig logbestand Alle logbestanden verwijderen | Opgeven hoe de printer reageert als een opslagstation bijna vol is. Opmerking: De waarde die is opgeven bij Log niveau bijna vol bepaalt wanneer deze actie wordt uitgevoerd. |
Logboekactie bij vol | Geen* Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen Oudste logbestand e-mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen Oudste logbestand plaatsen en verwijderen Huidig logbestand verwijderen Oudste logbestand verwijderen Alles verwijderen behalve huidig logbestand Alle logbestanden verwijderen | Opgeven hoe de printer reageert als het maximale gebruik van het opslagstation bijna is bereikt (100 MB). |
| De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Opgeven waar de logs worden geplaatst. |
| De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Geef het e‑mailadres op waarnaar de logbestanden voor taakadministratie worden verzonden. |
| De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Het voorvoegsel voor de naam van de logbestanden opgeven. Opmerking: Het huidige hostnaam die is opgegeven in het menu TCP/IP, wordt gebruikt als standaardvoorvoegsel voor het logbestand. |