Proxy | IP{-adres HTPP-proxy | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | De HTTP-serverinstellingen configureren. |
HTTP standaard IP-poort | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Het standaard IP-poortadres voor HTTP configureren. Opmerking: De standaardpoort voor HTTP is 80. |
IP-adres voor FTP-proxy | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | De FTP-instellingen configureren. |
FTP standaard IP-poort | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Het standaard IP-poortadres voor FTP configureren. Opmerking: De standaardpoort voor HTTP is 21. |
Verificatie | Geen Auto* Basis Overzicht NTLM | Geef de verificatiereferenties op. |
Gebruikersnaam | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Geef de unieke gebruikersnaam op. |
Wachtwoord | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Geef het unieke wachtwoord op. |
Lokale domeinen | De instelling wordt door de gebruiker gedefinieerd. | Domeinnamen opgeven voor HTTP- en FTP-servers. |
Overige instellingen | HTTP-server inschakelen | Aan* Uit | Naar de Embedded Web Server gaan om de printer te bewaken en beheren. |
HTTPS inschakelen | Aan* Uit | Hypertext Transfer Protocol Secure (HTTPS) inschakelen om gegevensoverdracht van en naar de afdrukserver te coderen. |
HTTPS-verbindingen afdwingen | Aan Uit* | Afdwingen dat de printer HTTPS-verbindingen gebruikt. |
FTP/TFTP inschakelen | Aan* Uit | Bestanden verzenden via FTP/TFTP. |
Apparaatcertificaat HTTPS | standaard* | Het HTTP-apparaatcertificaat weergeven dat op de printer wordt gebruikt. |
Time-out voor HTTP/FTP-verzoeken | 1–299 seconden (30*) | Geef de tijdsduur op voordat de serververbinding wordt beëindigd. |
Nieuwe pogingen voor HTTP-/FTP-verzoeken | 1–299 seconden (3*) | Het aantal nieuwe pogingen voor verbinden met de HTTP-/FTP-server instellen. |