LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar en trek de stekker uit het stopcontact.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Pak de lade uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Verwijder de lade uit de basiseenheid.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Haal het verpakkingsmateriaal uit de lade.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Schuif de lade in de basiseenheid.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Plaats de lade in de buurt van de printer.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Lijn de printer uit met de lade en laat de printer langzaam op zijn plaats zakken.
![](https://publications.lexmark.com/media/ids_assets/images/transparent.png)
Sluit het netsnoer aan op de printer, steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de stroom in.
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele hardwareopties zijn geïnstalleerd, moet u wellicht de opties handmatig toevoegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.