LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
Configuratie 1: Printer is rechtstreeks aangesloten op een kabelmodem
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) op het kabelmodem.
Sluit uw analoge telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.
Opmerking: Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan en luistert u of u een kiestoon hoort.
Configuratie 2: De printer is aangesloten op een wandaansluiting; kabelmodem bevindt zich ergens anders in het gebouw
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos.
Sluit uw analoge telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.