Skip to Content Information Center
Lexmark CX962

Lexmark CX962

Printerfoutcodes

FoutcodesFoutberichtOplossing

2.01

Benodigdheden vereist.

Selecteer Taak annuleren en bestel de benodigde voorraad. Zie Onderdelen en supplies bestellen voor meer informatie.

3.01

De standaarduitvoerlade is vol.

Verwijder het papier uit de lade en selecteer vervolgens Doorgaan.

3.02, 3.03, 3.04

Verwijder papier uit uitvoerlade [x].

Verwijder het papier uit de lade en selecteer vervolgens Doorgaan.

7.13, 7.23, 7.33,7.43

Plaats lade [x].

Plaats de aangegeven lade.

8.01

Sluit de voorklep.

Houd de voorklep gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert.

8.02, 8.03, 8.04, 8.05, 8.08, 8.10, 8.11

Sluit klep [x].

Houd de aangegeven klep gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert.

8.06

Plaats de lade voor 1500 vel terug.

Zorg ervoor dat de lade goed aan de printer is bevestigd.

8.07

Plaats de nietfinisher terug.

Zorg ervoor dat de finisher goed aan de printer is bevestigd.

8.08

Sluit papiertransportklep F.

Houd de klep gesloten, tenzij u onderhoud uitvoert.

8.09

Sluit papiertransportklep G.

9

De printer moest opnieuw worden opgestart. De laatste taak is mogelijk niet voltooid.

Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

11.11, 11.21, 11.31, 11.41, 11.51, 11.81, 11.91

Vul <source/> met <type/> <size/>.

Plaats papier in de aangegeven lade. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.

11.12, 11.22, 11.32, 11.42, 11.82, 11.92

Vul <source/> met <type/> <size/> <orientation/>.

12.11, 12.21, 12.31, 12.41, 12.51, 12.91

Wijzig <source/> in <type/> <size/>. 

Trek de aangegeven lade eruit, verwijder het papier en plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.

12.12, 12.22, 12.32, 12.4212.92

Wijzig <source/> in <type/> <size/> <orientation/>. 

31.00

Perforatiebak ontbreekt of is vol.

  1. Open klep H.

  2. Verwijder de perforatiebak.

    Opmerking:  Als de perforatiebak vol is, moet deze worden geleegd.

  3. Plaats de perforatiebak.

  4. Sluit klep H.

31.35, 31.35A, 31.35B

Plaats de ontbrekende of niet-reagerende toneroverloopfles terug.

  1. Open de voorklep.

  2. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  3. Plaats de toneroverloopfles.

  4. Sluit de voorklep.

31.40z, 31.41z, 31.42z, 31.43z

Plaats de ontbrekende of niet-reagerende tonercartridge [kleur] terug

  1. Open de voorklep.

  2. Verwijder de cartridge.

  3. Plaats de cartridge.

  4. Sluit de voorklep.

31.60z

Plaats de ontbrekende of niet-reagerende zwarte beeldverwerkingseenheid terug.

  1. Open de voorklep.

  2. Verwijder de tonercartridges.

  3. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  4. Verwijder de beeldverwerkingskit.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Stel de beeldverwerkingskit niet bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.

  5. Ontgrendel en verwijder dan de zwarte beeldverwerkingseenheid.

  6. Plaats de zwarte beeldverwerkingseenheid en vergrendel deze vervolgens.

  7. Plaats de beeldverwerkingskit tot deze stevig vastzit.

  8. Plaats de toneroverloopfles.

  9. Plaats de tonercartridges.

  10. Sluit de voorklep.

31.64z

Plaats ontbrekende, niet-aangesloten of niet-reagerende kleurenbeeldverwerkingskit terug.

  1. Open de voorklep.

  2. Verwijder de tonercartridges.

  3. Verwijder de toneroverloopfles.

    Opmerking:  Om te voorkomen dat u toner knoeit, plaatst u de fles rechtop.

  4. Verwijder de beeldverwerkingskit.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Stel de beeldverwerkingskit niet bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.

  5. Plaats de beeldverwerkingskit tot deze stevig vastzit.

  6. Plaats de toneroverloopfles.

  7. Plaats de tonercartridges.

  8. Sluit de voorklep.

31.80z

Plaats ontbrekend of niet-reagerend verhittingsstation terug.

  1. Open klep B.

    LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.

  2. Ontgrendel en verwijder het verhittingsstation.

  3. Plaats het verhittingsstation en vergrendel het vervolgens.

  4. Sluit klep B.

32.40z, 32.41z, 32.42z, 32.43z

Vervang niet-ondersteunde tonercartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

32.60z

Vervang niet-ondersteunde zwarte beeldverwerkingseenheid.

Zie De zwarte beeldverwerkingseenheid vervangen voor meer informatie.

32.65z

Vervang niet-ondersteunde kleurenbeeldverwerkingskit.

Zie De kleurenbeeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

33.40z, 33.41z, 33.42z, 33.43z

Opnieuw gevulde [kleur] cartridge.

Zie Opnieuw gevulde [kleur] cartridge. voor meer informatie.

33.60z

Niet-originele zwarte beeldverwerkingseenheid, raadpleeg de gebruikershandleiding.

Zie Supply van een ander merk dan Lexmark voor meer informatie.

33.64z

Niet-originele kleurenbeeldverwerkingskit, raadpleeg de gebruikershandleiding.

34.00

Papier te kort.

Stel de instelling voor papierformaat in zodat het overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen > Papier > Lade > Configuratie > Papierformaat/-soort.

34.10, 34.20, 34.30, 34.40, 34.50

Controleer [source], pas geleiders en afdrukstand aan.

Trek de aangegeven lade uit en controleer dan of het papier correct is geplaatst. Zie Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.

34.90

Controleer multifunctionele invoer, pas geleiders en afdrukstand aan.

Controleer of het papier op de juiste wijze is geplaatst. Zie De multifunctionele invoer vullen voor meer informatie.

37.1

Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Selecteer Doorgaan aan om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.

37.3

Onvoldoende geheugen, sommige onderbroken taken zijn verwijderd.

Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.

38.1

Geheugen vol.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.
  • Installeer meer printergeheugen.
  • Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.

39.1

Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.
  • Installeer meer printergeheugen.
  • Verminder de complexiteit en de grootte van de afdruktaak voordat u deze opnieuw naar de printer stuurt.
  • Verminder het aantal pagina's van de afdruktaak.
  • Verminder het aantal en de grootte van gedownloade lettertypen.
  • Verwijder onnodige lettertypen of macro's uit de afdruktaak.
  • Verminder het aantal afbeeldingen van de afdruktaak.

42.yyC, 42.yyK, 42.yyM, 42.yyY

Vervang tonercartridge [kleur], regiocode van cartridge komt niet overeen met code printer.

Zie Vervang cartridge, printerregio onjuist voor meer informatie.

43.40Y, 43.41Y, 43.42Y, 43.43Y

Plaats de tonercartridge [kleur] terug.

  1. Open de voorklep.

  2. Verwijder de cartridge.

  3. Plaats de cartridge.

  4. Sluit de voorklep.

43.40Z, 43.41Z, 43.42Z, 43.43Z

Vervang tonercartridge [kleur].

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

50

PPDS-lettertypefout

Installeer het PPDS-lettertype dat wordt vermeld in de afdruktaak en selecteer Doorgaan om de printer te laten zoeken naar het vervangende lettertype.

51

Flash beschadigd.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Vervang het flashgeheugen.
  • Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Annuleer de huidige afdruktaak.

52

Onvoldoende vrije ruimte in flashgeheugen voor bronnen.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen.
  • Installeer een opslagstation.
  • Opmerking:  Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd.

58.4

Onjuiste configuratie van de uitvoeroptie.

Schakel de printer uit en installeer vervolgens de juiste uitvoerlade of finisher.

61

Verwijder defecte schijf.

Vervang het defecte opslagstation.

62

Schijf vol.

Probeer een of meer van de oplossingen:

  • Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
  • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van het opslagstation.
  • Installeer een opslagstation.

63

Formatteer de vaste schijf.

Als u nu formatteert, worden alle gegevens van het opslagstation gewist.

    Ga als volgt te werk om de schijf te formatteren:

  1. Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Oud apparaat wissen.

  2. Selecteer Alle informatie op de vaste schijf opschonen en selecteer vervolgens WISSEN.

71.01

Naam faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Zie De faxfunctie instellen met analoge fax voor meer informatie.

71.02

Nummer faxstation is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

71.03

Geen analoge telefoonlijn aangesloten op de modem, fax is uitgeschakeld.

Controleer de verbinding en de lijn op een signaal. Zie De faxfunctie instellen met analoge fax voor meer informatie.

71.04

De analoge telefoonlijn is op de verkeerde poort aangesloten.

Koppel de telefoonlijn los en sluit deze aan op de LINE-poort.

71.06

Kan geen verbinding maken met HTTPS-faxserver.

Verbinding met HTTPS-faxserver is verbroken. Controleer de internetverbinding van de printer.

71.07

Printer is niet geregistreerd bij HTTPS-faxserver

Controleer of de printer is toegevoegd aan de apparaatlijst in de HTTPS-faxserverportal. Raadpleeg de systeembeheerder.

71.11

Faxpartitie.

De faxpartitie werkt niet. Raadpleeg de systeembeheerder.

71.12

Geheugen vol: kan geen faxen afdrukken.

Selecteer Alles afdrukken om de faxen die zijn opgeslagen zoveel mogelijk af te drukken.

71.13

Geheugen vol. Kan geen faxen verzenden.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Ga verder en probeer de fax opnieuw te verzenden.
  • Scan het originele document één pagina per keer, kies het faxnummer en fax vervolgens het document.

71.4

Printertijd is onjuist.

De printertijd configureren. Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen > Apparaat > Voorkeuren > Datum en tijd > Configureren.

72.01

SMTP-server voor e-mail niet geconfigureerd. Raadpleeg de systeembeheerder.

Voer een van de volgende handelingen uit:

72.02

Webkoppelingsserver is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Neem contact op met de systeembeheerder.

72.04

Faxserver Naar Formaat niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Configureer de instelling Naar formaat. Ga vanaf het bedieningspaneel naar Instellingen > Fax > Instellingen faxserver > Algemene faxinstellingen
  • Neem contact op met de systeembeheerder.

75.01

Secure Element aangetroffen.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Gebruik het huidige Secure Element.
  • Opmerking:  De printer wist alle bestaande certificaten en wist en herformatteert mogelijk ook het opslagstation.

  • Schakel de printer uit en verwijder het Secure Element.

75.02

Secure Element niet herkend.

75.03

Fout bij communicatie met Secure Element.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Stop gebruik van het Secure Element.
  • Opmerking:  De printer wist alle bestaande certificaten en wist en herformatteert mogelijk ook het opslagstation.

  • Schakel de printer uit, verwijder het Secure Element en installeer het weer.

75.11

Update van Secure Element mislukt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Probeer de update opnieuw.
  • Annuleer de update.
  • Opmerking:  De printer wist mogelijk alle bestaande certificaten en de inhoud van de opslagstation.

75.12

Update van Secure Element onvolledig.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Start de printer opnieuw.
  • Opmerking:  Wacht 10 seconden tot de update is voltooid.

  • Annuleer de update.
  • Opmerking:  De printer wist mogelijk alle bestaande certificaten en de inhoud van de opslagstation.

80.01, 80.09

Onderhoudskit raakt op.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

80.11, 80.19

Onderhoudskit bijna leeg.

80.21, 80.29

Onderhoudskit leeg.

80.31

Vervang onderhoudskit om door te gaan met afdrukken.

Zie Verhittingsstation vervangen voor meer informatie.

80.31

Vervang de onderhoudskit; aanbevolen levensduur overschreden.

81.11

Rolkit van lade voor 1500 vel bijna leeg.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

81.31

Vervang rolkit van lade voor 1500 vel, aanbevolen levensduur overschreden.

Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.

82.00, 82.02, 82.09

Toneroverloopfles is bijna vol.

Zie Toneroverloopfles vervangen voor meer informatie.

82.3, 82.32, 82.33, 82.39

Vervang de toneroverloopfles.

83.1y

Overdrachtsmodule bijna leeg.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

83.3y

Vervang overdrachtsmodule, aanbevolen levensduur overschreden.

Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.

83.4y

Vervang de overdrachtsmodule.

83.20

Nietcassette bijna leeg.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

83.20

Nietjes S2 aan de binnenkant zijn bijna leeg.

83.20

Nietjes S2 aan de buitenkant zijn bijna leeg.

83.30

Nietcassette is op of ontbreekt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

83.30

Nietcassette S1 is leeg of ontbreekt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

83.30

Nietcassette S2 aan de binnenkant is leeg of ontbreekt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

83.30

Nietcassette S2 aan de buitenkant is leeg of ontbreekt.

84.01K, 84.03K, 84.09K

Zwarte beeldverwerkingseenheid raakt op.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

84.11K, 84.13K, 84.19K

Zwarte beeldverwerkingseenheid bijna leeg.

84.21C, 84.03C, 84.09C

Zwarte beeldverwerkingseenheid vrijwel leeg.

84.01C, 84.03C, 84.09C

Kleurenbeeldverwerkingskit raakt op.

84.11C, 84.13C, 84.19C

Kleurenbeeldverwerkingskit bijna leeg.

84.21C, 84.23C, 84.29C

Kleurenbeeldverwerkingskit zo goed als leeg

84.31, 84.33

Vervang de zwarte beeldverwerkingseenheid; aanbevolen levensduur overschreden.

Zie De zwarte beeldverwerkingseenheid vervangen voor meer informatie.

84.31, 84.33

Vervang de kleurenbeeldverwerkingseenheid; aanbevolen levensduur overschreden.

Zie De kleurenbeeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

84.41, 84.43, 84.48

Vervang de zwarte beeldverwerkingseenheid om door te gaan met afdrukken.

Zie De zwarte beeldverwerkingseenheid vervangen voor meer informatie.

84.41, 84.43, 84.48

Vervang de kleurenbeeldverwerkingskit om door te gaan met afdrukken.

Zie De kleurenbeeldverwerkingskit vervangen voor meer informatie.

86.23

Scanneronderhoud spoedig vereist.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

86.33

Vervang de ADI-kit, aanbevolen levensduur overschreden.

Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.

88.00[x], 88.07[x], 88.08[x], 88.09[x]

Tonercartridge [kleur] raakt op.

Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten.

88.10[x], 88.17[x], 88.18[x], 88.19[x]

Tonercartridge [kleur] is bijna leeg.

88.20[x], 88.27[x], 88.28[x], 88.29[x]

Tonercartridge [kleur] is vrijwel leeg.

88.30[x], 88.37[x], 88.38[x]

Vervang tonercartridge [kleur], nog circa <NUM> pagina's.

Zie Een tonercartridge vervangen voor meer informatie.

88.30[x], 88.37[x], 88.38[x]

Vervang tonercartridge [kleur].

88.40[x], 88.47[x], 88.48[x]

Vervang de tonercartridge [kleur], nog 0 pagina's.

88.40[x], 88.47[x], 88.48[x]

Vervang tonercartridge [kleur].

200.03, 200.05, 200.12, 200.13, 200.14, 200.15, 200.22, 200.23, 200.24, 200.25, 200.26, 200.32, 200.33, 200.34, 200.35, 200.36, 200.42, 200.43, 200.44, 200.45, 200.46, 200.52, 200.53, 200.54, 200.55, 200.56, 200.91, 201.91, 202.02, 202.03, 202.04, 202.05, 202.12, 202.13, 202.14, 202.15, 202.22, 202.23, 202.24, 202.25, 202.32, 202.33, 202.34, 202.35, 202.42, 202.43, 202.44, 202.45, 202.52, 202.53, 202.54, 202.55, 202.91, 202.93, 202.95, 231.03, 231.05, 231.13, 231.15, 231.23, 231.25, 231.33, 231.35, 231.43, 231.45, 231.53, 231.55, 231.91, 232.03, 232.05, 232.13, 232.15, 232.23, 232.25, 232.33, 232.35, 232.43, 232.45, 232.53, 232.55, 232.93, 232.94, 232.95, 240.05, 240.25, 240.35, 240.45, 240.55, 240.91, 240.95, 241.12, 241.14, 241.15, 241.91

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papier vastgelopen in klep B voor meer informatie.

240.06

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer voor meer informatie.

241.16, 241.82, 241.83, 241.84, 661.13, 661.84

Fout bij laden van papier in [LOCATION/].

  1. Open lade 1.

  2. Verwijder de papierstapel en orden deze.

  3. Pas indien nodig de papiergeleiders aan.

  4. Plaats papier in lade 1.

  5. Sluit lade 1.

242.23, 242.25, 242.35, 242.45, 242.55, 242.91

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papierstoring in de optionele lade voor 550 vel voor meer informatie.

242.33, 242.43, 243.33, 243.35, 243.36, 243.43, 243.35, 243.45, 243.45, 243.55, 243.91, 244.43, 244.45, 244.91

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie een van de volgende bronnen voor meer informatie.

243.43, 243.53, 244.43, 244.45, 244.46, 244.91, 245.53, 245.56, 245.55, 245.91, 602.59, 664.43, 665.53

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papier vastgelopen in de lade voor 1500 vel voor meer informatie.

28X.13K, 28X.93K, 28X.15K, 28X.95K, 281.16K, 281.96K, 680.20K, 680.40K

Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw start.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Start de taak opnieuw.
  • Annuleer de taak.

28X.13Q, 28X.93Q, 28X.15Q, 28X.95Q, 281.16Q, 281.96Q, 680.20Q

Plaats vastgelopen originelen terug bij hervatten taak.

Probeer een van de volgende opties:

  • Scannen vanaf de glasplaat.
  • Scannen vanuit de automatische documentinvoer.
  • De opdracht voltooien zonder verder te scannen.
  • Annuleer de taak.

280.06

Plaats originelen terug in ADI en start taak opnieuw.

280.06, 280.11, 280.13, 280.15, 280.91, 280.93, 280.95, 281.11, 281.15, 281.16, 281.91, 281.95, 281.96, 282.11, 282.13, 282.15, 282.91, 282.93, 282.95, 283.11, 283.13, 283.91, 283.15, 283.93, 284.11, 284.13, 284.15, 284.91, 284.93, 284.95, 295.01

Scannerstoring.

Zie Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer voor meer informatie.

291.06

Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

  • Scannen vanaf de glasplaat.
  • Scannen vanuit de automatische documentinvoer.
  • De opdracht voltooien zonder verder te scannen.
  • Annuleer de taak.

400.11, 400.13, 400.15, 401.11, 401.13, 401.15, 404.19, 438.11, 438.21, 444.66, 450.21, 450.23, 450.25, 450.98, 450.99, 451.21, 451.23, 451.25, 452.66, 453.21, 453.23, 454.21, 454.23, 454.25, 457.21, 457.23, 457.25, 460.66, 461.66, 464.66, 465.66, 466.66, 467.66, 468.66, 469.66, 472.66, 477.66, 480.66, 483.66, 486.29, 504.11, 504.15, 505.11, 505.15, 514.19, 698.29

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Vastgelopen papier in de finisher met niet- en perforeerfunctie voor meer informatie.

400.11, 400.13, 400.15, 401.11, 401.13, 401.15, 404.19, 438.11, 438.21, 442.66, 444.66, 445.66, 450.21, 450.23, 450.25, 451.21, 451.23, 451.25, 451.98, 451.99, 452.66, 453.21, 453.23, 453.25, 454.21, 454.23, 454.25, 457.21, 457.23, 457.25, 459.66, 460.66, 461.66, 462.66, 463.66, 464.66, 465.66, 466.66, 467.66, 468.66, 469.66, 470.66, 472.66, 473.66, 476.66, 477.66, 480.66, 483.66, 486.29, 490.66, 491.21, 491.25, 491.66, 493.21, 494.21, 492.66, 494.66, 495.66, 496.66, 497.66, 504.11, 504.15, 505.11, 505.15, 514.19, 698.29

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papier vastgelopen in de boekjesfinisher voor meer informatie.

420.11, 420.13, 420.15, 420.99, 421.56, 422.56, 423.56, 424.56, 425.13, 425.15, 425.11, 426.11, 426.15, 428.56A, 428.56B, 431.56, 435.56, 438.11, 439.19, 461.56, 698.19

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papier vastgelopen in de nietfinisher voor meer informatie.

438.11, 500.11, 500.13, 500.15, 500.99, 502.11, 502.13, 502.15, 504.11, 504.13, 504.15, 505.13, 506.11, 506.13, 506.15, 507.11, 507.13, 507.15, 508.56, 509.56, 510.56, 511.56, 512.56, 513.56, 514.19, 698.19, 698.29

Papierstoring in [LOCATION/].

Zie Papierstoring in de optie papiertransport met vouwen voor meer informatie.

602.29, 662.23

Fout bij laden van papier in lade 2.

Zie De lade voor 550 vel vullen voor meer informatie.

602.39, 663.33

Fout bij laden van papier in lade 3.

Zie een van de volgende bronnen voor meer informatie.

602.49, 664.43

Fout bij laden van papier in lade 4.

Zie De lade voor 550 vel vullen voor meer informatie.

Was dit artikel nuttig?
Top