1 | Display | - Printerstatus en -berichten weergeven.
- De printer configureren en bedienen.
|
2 | Startscherm (knop) | Naar het startscherm gaan. |
3 | Tips | Dialoogvenster met contextafhankelijke Help-informatie openen. |
4 | Alles wissen/Herstellen (knop) | De standaardinstellingen herstellen van een functie, zoals kopiëren, faxen of scannen. |
5 | Toetsenblok | Cijfers, letters of symbolen invoeren. |
6 | Slapen (knop) | De slaapstand of sluimerstand inschakelen. Voer een van de volgende handelingen uit om de slaapstand uit te schakelen: - Druk op een van de printerknoppen.
- Open een klep of paneel.
- Verzend een afdruktaak vanaf de computer.
- Voer een reset uit met uit- en inschakelen via de aan/uit-schakelaar.
|
7 | Knop Stoppen of Annuleren | Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt. |
8 | Verzenden (knop) | De wijzigingen die zijn aangebracht in de printerinstellingen verzenden. |
9 | Indicatielampje | De status van de printer controleren. |