Skip to Content Information Center
Lexmark MX811

Lexmark MX811

Logbestand beveiligingscontrole, menu

OptieTot

    Log exporteren

Instellen dat een bevoegde gebruiker het beveiligingslogbestand kan exporteren.

Opmerkingen:

  • Als u het controlelogbestand wilt exporteren vanaf het bedieningspaneel van de printer, sluit u een flashstation aan op de printer.
  • Als u het logbestand wilt exporteren vanuit de Embedded Web Server, moet u het downloaden naar een computer.

    Log verwijderen

  • Ja
  • Nee

Opgeven of controlelogs worden verwijderd.

    Log configureren

  • Controle inschakelen
    • Ja
    • Nee
  • Extern systeemlog inschakelen
    • Nee
    • Ja
  • Externe systeemlogserver
    • [reeks van 256 tekens]
  • Externe systeemlogpoort
    • 1–65535
  • Externe systeemlogmethode
    • Normale UDP
    • Stunnel
  • Externe systeemlogvoorziening
    • 0–23
  • Gedrag bij log vol
    • Oudste items vervangen
    • Log per e-mail verzenden en vervolgens alle items verwijderen

Opgeven hoe controlelogs worden geconfigureerd.

Opmerkingen:

  • Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurtenissen worden geregistreerd in het beveiligde controlelog en in het externe systeemlog. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Extern systeemlog inschakelen wordt bepaald of logs naar een externe server worden verzonden. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Externe systeemlogserver wordt bepaald welke waarde wordt gebruikt om logbestanden te verzenden naar de server met het externe systeemlog.
  • Met Externe systeemlogpoort wordt de poort vastgesteld waarmee de printer geregistreerde gebeurtenissen naar een externe server verzendt.
  • Met Externe systeemlogmethode wordt het protocol vastgesteld dat door de printer wordt gebruikt om geregistreerde gebeurtenissen naar een externe server te verzenden. Normaal UDP is de standaardinstelling.
  • Met Externe systeemlogvoorziening wordt bepaald welke voorzieningswaarde de printer gebruikt wanneer gebeurtenissen worden verzonden naar de server met het externe systeemlog. 4 is de standaardinstelling.
  • Met Gedrag bij log vol wordt bepaald wat de printer doet als het logbestand de volledige toegewezen geheugenruimte beslaat. Oudste items vervangen is standaardinstelling.
OptieTot

    Log configureren (vervolgd)

  • E‑mailadres van beheerder
    • [reeks van 256 tekens]
  • Export digitaal ondertekenen
    • Uit
    • Aan
  • Ernst van te loggen gebeurtenissen
    • 0-7
  • Extern systeemlog voor niet-vastgelegde gebeurtenissen
    • Nee
    • Ja
  • Melding: e-maillog gewist
    • Nee
    • Ja
  • Melding: terugloop e-maillog
    • Nee
    • Ja
  • Melding: e‑mail % vol
    • Nee
    • Ja
  • Meldingsniveau % vol
    • 1–99
  • Melding: export e-maillog
    • Nee
    • Ja
  • Melding: e-mailloginstellingen gewijzigd
    • Nee
    • Ja
  • Regeleinden log
    • LF (\n)
    • CR (\r)
    • CRLF (\r\n)

Opgeven hoe controlelogs worden geconfigureerd.

Opmerkingen:

  • Met "E-mailadres van beheerder" wordt bepaald of beheerders automatisch worden geïnformeerd over bepaalde loggebeurtenissen. Deze instelling kan een of meerdere e-mailadressen bevatten (gescheiden door komma's).
  • Met Exports digitaal ondertekenen wordt bepaald of de printer elk geëxporteerd beveiligingslogbestand automatisch ondertekent. "Uit" is de standaardinstelling.
  • Met Ernst van te loggen gebeurtenissen wordt de ernst van elke gebeurtenis geregistreerd. 4 is de standaardinstelling.
  • Met Extern systeemlog voor niet-vastgelegde gebeurtenissen wordt bepaald of de printer gebeurtenissen waarvan de ernstwaarde hoger is dan de waarde bij Ernst van te loggen gebeurtenissen, naar een externe server verzendt. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met "Melding: e-maillog gewist" wordt bepaald of de printer een e-mailbericht naar de beheerder verzendt wanneer een logbestand wordt verwijderd via het bedieningspaneel van de printer of de Embedded Web Server. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Melding: terugloop e-maillog wordt bepaald of de printer een e-mailbericht naar de beheerder verzendt als items zijn verwijderd uit het logbestand. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Melding: e‑mail % vol wordt bepaald of de printer een e-mailbericht naar de beheerder verzendt als het logbestand een bepaalde hoeveelheid van de toegewezen ruimte heeft bereikt. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Meldingsniveau % vol wordt bepaald of de ruimte die het logbestand inneemt, gelijk is aan of groter dan de waarde die is ingesteld voor het meldingsniveau. 90 is de standaardinstelling.
  • Melding: export e-maillog wordt bepaald of de printer een e-mailbericht naar de beheerder verzendt als een logbestand is geëxporteerd. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Melding: e-mailloginstellingen gewijzigd wordt bepaald of de printer een e-mailbericht naar de beheerder verzendt als de waarde voor de instelling Controle inschakelen is gewijzigd. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met “Regeleinden log” wordt bepaald hoe regeleinden worden verwerkt in het logbestand, afhankelijk van het besturingssysteem waarin het bestand wordt geparset of weergegeven. “LF (\n)” is de standaardinstelling.
Was dit artikel nuttig?
Top