Skip to Content Information Center
Lexmark MX611

Lexmark MX611

Menu PCL Emul

OptieFunctie

    Lettertypebron

  • Intern
  • Schijf
  • Downloaden
  • Flash
  • Alles

De lettertypeset instellen die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam.

Opmerkingen:

  • Intern is de standaardinstelling. Hiermee wordt de standaardset met lettertypen die in het RAM is geladen, weergegeven.
  • Met de instellingen Flash en Schijf worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn. De optionele flashgeheugenkaart moet op juiste wijze zijn geformatteerd en mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of beveiligd zijn met een wachtwoord.
  • Met de instelling Downloaden worden alle lettertypen weergegeven die in het RAM zijn gedownload.
  • Met de instelling Alle worden alle lettertypen weergegeven die bij een willekeurige optie beschikbaar zijn.

    Lettertypenaam

  • Courier 10

Specifiek lettertype identificeren en aangeven waar het is opgeslagen.

Opmerking:  Courier 10 is de standaardinstelling.

    Symbolenset

  • 10U  PC‑8
  • 12U  PC‑850

De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven.

Opmerkingen:

  • 10U  PC‑8 is de standaardinstelling in de VS. 12U  PC‑850 is de internationale standaardinstelling.
  • Een symbolenset is een set met alfabetische en numerieke tekens, interpunctie en speciale symbolen. Symbolensets ondersteunen de verschillende talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten. Alleen de ondersteunde symbolensets worden weergegeven.

    Instell. PCL-emulatie

  • Puntgrootte
    • 1.00–1008.00

De puntgrootte wijzigen van schaalbare, typografische lettertypen.

Opmerkingen:

  • 12 is de standaardinstelling.
  • Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. De grootte kan worden aangepast in stappen van 0,25 punten.

    Instell. PCL-emulatie

  • Pitch
    • 0.08–100.00

Lettertypepitch instellen voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd).

Opmerkingen:

  • 10 is de standaardinstelling.
  • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi.
  • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen.

    Instell. PCL-emulatie

  • Afdrukstand
    • Staand
    • Liggend

Afdrukstand van tekst en afbeeldingen op de pagina instellen.

Opmerkingen:

  • Staand is de standaardinstelling. Hiermee worden tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier afgedrukt.
  • Met Liggend drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af.

    Instell. PCL-emulatie

  • Regels per pagina
    • 1–255

Het aantal regels opgeven dat op elke pagina wordt afgedrukt.

Opmerkingen:

  • 60 is de standaardinstelling in de VS. 64 is de internationale standaardinstelling.
  • De printer stelt de ruimte tussen de regels in op basis van de instellingen voor Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het papierformaat en de afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.

    Instell. PCL-emulatie

  • A4-breedte
    • 198  mm
    • 203  mm

De printer instellen op A4-papierformaat.

Opmerkingen:

  • 198  mm is de standaardinstelling.
  • Met de instelling van 203 mm wordt de breedte van de pagina zo ingesteld dat er tachtig 10‑pitch tekens kunnen worden afgedrukt.

    Instell. PCL-emulatie

  • Automatisch Enter-teken na nieuwe regel
    • Aan
    • Uit

Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF).

Opmerking:  Uit is de standaardinstelling.

    Instell. PCL-emulatie

  • Automatisch Enter-teken na nieuwe regel
    • Aan
    • Uit

Opgeven of de printer automatisch naar een nieuwe regel moet gaan (LF) na een opdracht voor een harde return (CR).

Opmerking:  Uit is de standaardinstelling.

    Lade-nr. wijzigen

  • Waarde U-lader
    • Uit
    • Geen
    • 0–199
  • Waarde lade  [x]
    • Uit
    • Geen
    • 0–199
  • Waarde handm. invoer
    • Uit
    • Geen
    • 0–199
  • Waarde envelop (handm.)
    • Uit
    • Geen
    • 0–199

Printer configureren voor gebruik met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd.

Opmerkingen:

  • Uit is de standaardinstelling.
  • Als Geen de instelling is, wordt de opdracht voor het selecteren van de papierinvoer genegeerd. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de PCL  5e-interpreter wordt geselecteerd.
  • Met 0‑199 kan een aangepaste instelling worden toegewezen.

    Lade-nr. wijzigen

  • Fabrieksinst. weerg.
    • U-lader standaard inst. = 8
    • T1 Std.inst. = 1
    • T2 Std.inst. = 4
    • T3 Std.inst. = 5
    • Std. inst. T4 = 20
    • T5 Std.inst. = 21
    • Std.inst. env. = 6
    • Std.inst. hnd. inv. = 2
    • Std.inst. env.inv. = 3

Standaardinstelling weergeven voor elke lade, lader of invoer.

    Lade-nr. wijzigen

  • Standaardinstellingen herstellen
    • Ja
    • Nee

Alle instellingen voor lade, lader en invoer teruggezetten op de standaardinstelling.

Was dit artikel nuttig?
Top