Standaardkopieerinstellingen

Inhoudstype

• Tekst
• Tekst/foto*
• Foto
• Illustraties

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de inhoud van het originele document.

Inhoudsbron

• Zwart-witlaser*
• Kleurenlaser
• Inkjet
• Foto/film
• Tijdschrift
• Krant
• Drukwerk
• Anders

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de bron van het originele document.

Zijden

• 1-zijdig naar 1-zijdig*
• 1-zijdig naar 2-zijdig
• 2-zijdig naar 1-zijdig
• 2-zijdig naar 2-zijdig

Het scangedrag op basis van het originele document opgeven.

Scheidingsvellen

• Geen*
• Tussen exemplaren
• Tussen taken
• Tussen pagina's

Opgeven of er tijdens het afdrukken lege scheidingsvellen moeten worden ingevoegd.

Bron scheidingsblad

• Lade [x] (1*)
• Multifunctionele invoer

De papierbron voor het scheidingsvel opgeven.

Pagina's per zijde

• Uit*
• 2 staande pagina's
• 4 staande pagina's
• 2 liggende pagina's
• 4 liggende pagina's

Het aantal paginabeelden opgeven dat moet worden afgedrukt op één zijde van een vel papier.

Paginaranden afdruk.

• Uit*
• Aan

Een rand rond elke afbeelding plaatsen wanneer u meerdere pagina's op één vel afdrukt.

Sorteren

• Uit [1,1,1,2,2,2]
• Aan [1,2,1,2,1,2]*

Meerdere exemplaren achter elkaar afdrukken.

Verschuiving voor pagina's

• Geen*
• Tussen exemplaren
• Tussen taken

De uitvoer van elke afdruktaak of elk exemplaar van een afdruktaak scheiden.

Opmerkingen:

• Met Tussen kopieën wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren is ingesteld op Aan [1,2,1,2,1,2]. Als Sorteren is ingesteld op Uit [1,1,1,2,2,2], wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, bijvoorbeeld alle pagina's aangeduid als 1 en alle pagina's aangeduid als 2.
• Met Tussen taken wordt dezelfde verschuivingspositie ingesteld voor de volledige afdruktaak ongeacht het aantal exemplaren dat wordt afgedrukt.

Nieten

• Uit*
• 1 nietje, linksboven
• 2 nietjes, links
• 1 nietje, rechtsboven
• 2 nietjes, boven
• 1 nietje, linksonder
• 2 nietjes, onder
• 1 nietje, rechtsonder
• 2 nietjes, rechts
• 4 nietjes

De nietpositie voor alle afdruktaken opgeven.

Opmerking:  Dit menu verschijnt alleen als u een finisher hebt geïnstalleerd.

Perforeren

• Uit*
• 2 perforaties
• 3 perforaties
• 4 perforaties

Perforatiegaten maken in de afgedrukte uitvoer.

Opmerking:  Dit menu-item verschijnt alleen als er een niet- of perforatiefinisher is geïnstalleerd.

Formaat van 'Kopiëren van'

[Lijst met papierformaten]

Het papierformaat van het originele document opgeven.

Opmerking:  Letter is de Amerikaanse standaardinstelling. A4 is de internationale standaardinstelling.

Bron van 'Kopiëren naar'

• Lade [x] (1*)
• Multifunctionele invoer
• Automatische formaataanpassing

De papierbron voor de kopieertaak opgeven.

Temperatuur

• ‑4 tot 4 (0*)

Opgeven of de gegenereerde uitvoer koeler of warmer moet worden.

Intensiteit

• 1 tot 9 (5*)

De gescande afbeelding lichter of donkerder maken.

Aantal exemplaren

• 1–9999 (1*)

Het aantal exemplaren opgeven.

Koptekst/voettekst

• Linkerkoptekst
• Middelste koptekst
• Rechterkoptekst
• Linkervoettekst
• Middelste voettekst
• Rechtervoettekst

De koptekst- of voettekstgegevens voor de gescande afbeelding opgeven.

Overlay

• Vertrouwelijk
• Kopiëren
• Concept
• Urgent
• Aangepast
• Uit*

De overlaytekst opgeven die u wilt afdrukken op elk exemplaar.

Aangepaste overlay

Typ de tekst voor de keuze Aangepast in het menu Overlay.