Skip to Content Information Center
Lexmark CS943

Lexmark CS943

TCP/IP

Opmerking:  Dit menu wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.

MenuoptieBeschrijving

Opmerking:  Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.

    Hostnaam instellen

De huidige TCP/IP-hostnaam instellen.

    Domeinnaam

De domeinnaam instellen.

    DHCP/BOOTP toestaan de NTP-server bij te werken

  • Aan*
  • Uit

DHCP- en BOOTP-clients toestaan de NTP-instellingen van de printer bij te werken.

    Naam configuratieloze verbind.

Een servicenaam voor het configuratieloze netwerk opgeven.

    AutoIP inschakelen

  • Uit
  • Aan*

Automatisch een IP-adres toewijzen.

    DNS-serveradres

Het huidige DNS-serveradres (Domain Name System) opgeven.

    Back-up DNS-serveradres

Het back-up DNS-serveradres specificeren.

    Back-up DNS-serveradres 2

    Back-up DNS-serveradres 3

    Domeinzoekvolgorde

Een lijst van domeinnamen opgeven om de printer en de bronnen te zoeken die zich in verschillende domeinen op het netwerk bevinden.

    DDNS inschakelen

  • Uit*
  • Aan

De dynamische DNS-instellingen bijwerken.

    DDNS TTL

De huidige DDNS-instellingen opgeven.

    Standaard-TTL

    DDNS-vernieuwingstijd

    mDNS inschakelen

  • Uit
  • Aan*

De multicast DNS-instellingen bijwerken.

    WINS-serveradres

Een serveradres opgeven voor Windows Internet Name Service (WINS).

    BOOTP inschakelen

  • Uit*
  • Aan

De BOOTP toestaan een IP-adres van de printer toe te wijzen.

    Beperkte serverlijst

De IP-adressen opgeven die met de printer mogen communiceren via TCP/IP.

Opmerkingen:

  • Gebruik een komma om elk IP-adres te scheiden.
  • U kunt maximaal 50 IP-adressen toevoegen.

    Opties voor Beperkte serverlijst

  • Alle poorten blokkeren*
  • Alleen afdrukken blokkeren
  • Alleen afdrukken en HTTP blokkeren

De toegangsoptie instellen voor IP-adressen die niet in de lijst staan.

    MTU

  • 256–1500 Ethernet (1500*)

Een MTU-parameter (maximale transmissie-eenheid) voor de TCP-verbindingen opgeven.

    Raw printerpoort

  • 1–65535 (9100*)

Een raw-poortnummer opgeven voor printers die zijn verbonden met een netwerk.

    Maximale snelheid van uitgaand verkeer

  • Uit*
  • Aan

De maximale overdrachtsnelheid van de printer instellen.

Opmerking:  Indien ingeschakeld, is de optie voor deze instelling 100–1000000 kilobits per seconde.

    TLS-ondersteuning

  • TLSv1.0 inschakelen (Uit)
  • TLSv1.1 inschakelen (Uit*)
  • TLSv1.2 inschakelen (Aan*)

Schakel het Transport Layer Security-protocol in.

    SSL-coderingslijst

Geef de cipher-algoritmen op die moeten worden gebruikt voor de SSL- of TLS-verbindingen.

    TLSv1.3 SSL-coderingslijst

Was dit artikel nuttig?
Top